Het nieuwe ontslagrecht in hoofdlijnen

4

Minister Henk Kamp van Sociale Zaken heeft maandag een hoofdlijnennotitie naar de Tweede Kamer gestuurd om het ontslagrecht in 2014 aan te passen.

 

Versoepeling van het ontslagrecht zorgt voor een stijging van de arbeidsproductiviteit met 0,4 procent, ofwel 2,5 miljard euro meer welvaart per jaar. Minister Henk Kamp van Sociale Zaken heeft dat maandag aan de Tweede Kamer geschreven. Kamp heeft de Kamer een uitwerking gestuurd van de plannen in het Lenteakkoord van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie om het ontslagrecht te versoepelen. Het kabinet neemt die over.

Hieronder de belangrijkste wijzigingen:


– De toetsing van het ontslag vooraf bij UWV of kantonrechter wordt veranderd in een toetsing achteraf. Na een hoorprocedure kan een bedrijf een werknemer ontslaan. Als die het daarmee niet eens is, kan hij naar de rechter stappen.

– De opzegtermijn wordt voor iedereen 2 maanden. Nu is dat nog 1 tot 4 maanden.

– De ontslagvergoeding volgens de zogeheten kantonrechtersformule verdwijnt. Het bedrag dat het bedrijf een ontslagen personeelslid moet betalen, wordt beperkt tot een kwart maand salaris per gewerkt jaar, met een maximum van een halfjaar. Dat ’transitiebudget’ moet worden besteed aan scholing of begeleiding naar nieuw werk. Of het daaraan ook echt wordt uitgeven, gaat de overheid overigens niet controleren.

– Het transitiebudget geldt in principe ook voor werknemers met een tijdelijk contract.

– Als de rechter oordeelt dat iemand onterecht is ontslagen, kan hij een schadevergoeding toekennen. Die bedraagt een half maandsalaris per gewerkt jaar, met een maximum van een jaarsalaris.

– Werkgever en werknemers houden de vrijheid andere ontslagvergoedingen te blijven afspreken. Kamp verwacht echter niet dat dat vaak zal gebeuren, omdat het voor bedrijven te kostbaar wordt.

– Bij ontslagrondes om bedrijfseconomische redenen blijft het principe van afspiegeling in leeftijdsgroepen bestaan. Binnen elke leeftijdsgroep moeten degenen met de minste dienstjaren dan het veld ruimen.

– Werkgevers worden verantwoordelijk voor de kosten van de eerste 6 maanden WW. Dat levert de schatkist 1 miljard euro per jaar op. Voor bedrijven staat daar een lagere ontslagvergoeding tegenover. Hoogte en duur van de WW-uitkering veranderen niet.

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

4 reacties

  1. Maar wat voor gevolgen heeft dit voor de flexbranche. Moet ik nu als ik uitzend in de eerste 26 of 52 weken ook 2 maanden aanzegtermijn hanteren terwijl dit nu 5 of 10 dagen is?

  2. Er is dan wel een versoepeling van het ontslagrecht maar ik vraag mij af of dit allemaal wel zo gunstig is als men doet voorkomen. De risico’s, verantwoordelijkheid en de (hogere) kosten liggen nog steeds bij de werkgever. Dus komt het bij mij over als bezuinigen bij de staat en vervolgens neerleggen bij de werkgevers. Daarbij zou het een negatief effect kunnen hebben op de flexbranche. Werkgevers kunnen sneller af van hun ‘vast’ personeel. waardoor inhuur van flexkrachten minder wordt.

  3. Het bericht is slechts een samenvatting en mist hierdoor helaas veel informatie.

    Naar mijn idee is het als volgt op de eerste 2 vragen:

    Deze aanzegtermijn geld voor het “normale” arbeidsrecht en dus niet voor de flexbranche. Deze volgt de ABU cao en wijkt hier vanaf.

    De eerste 6 maanden ww komt ipv de ww premie die nu door werkgevers betaald wordt. Sneller af van het personeel wordt op deze manier volgens mij goed ondervangen. Financieel voordeel = afhankelijk van een goed personeelsbeleid.

Reageer