Overlijden uitzendkracht

0

 Veelgestelde vragen over het overlijden van een uitzendkracht.

 

Aan welke verplichtingen moet een uitzendonderneming voldoen wanneer een uitzendkracht overlijdt?
De Cao voor uitzendkrachten kent geen bepalingen over overlijden. Daarom moeten de wettelijke regelingen betreffende dit onderwerp worden toegepast.

 

Wat zijn deze wettelijke verplichtingen?
De uitzendonderneming is wettelijk verplicht aan de nabestaanden een overlijdensuitkering te betalen (7:674 BW). Hierbij doet de reden van overlijden niet ter zake. Deze wettelijke uitkering bedraagt één maandloon. Hierover dient vakantiebijslag betaald te worden. Over de uitkering zijn geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd. De bruto-uitkering is dus gelijk aan de nettouitkering. De maand gaat in vanaf de dag van overlijden en hoeft dus geen kalendermaand te zijn. Naast de overlijdensuitkering is de uitzendonderneming uiteraard het loon verschuldigd dat nog niet uitbetaald was tot de dag van overlijden van de uitzendkracht. De uitzendonderneming kan ervoor kiezen vrijwillig een hogere overlijdensuitkering uit te keren dan in de wet is bepaald. De overlijdensuitkering is voor de loonbelasting vrijgesteld indien het bedrag niet hoger is dan drie maanden loon. Het gaat hier maximaal om het in het uitzendcontract overeengekomen maandloon, vermenigvuldigd met drie, alleen nog verhoogd met vakantietoeslag. Is de overlijdensuitkering hoger dan dit bedrag, dan is het meerdere belast op grond van de tabel bijzondere beloningen.

Welke bepalingen kent de ziektewet in verband met overlijden?
In geval van overlijden van een fase-Auitzendkracht met uitzendbeding geldt er ook een overlijdensuitkering vanuit de Ziektewet. De ziektewet stelt dat de nabestaanden – na het overlijden van een verzekerde die bij ziekte recht zou hebben gehad op ziekengeld – ook recht hebben op een overlijdensuitkering. Hierbij is niet van belang of aan het overlijden een periode van arbeidsongeschiktheid is voorafgegaan. Deze regeling geldt dus ook voor die uitzendkracht wiens verzekering voor de Ziektewet is beëindigd, maar die op het tijdstip van overlijden aan deze verzekering nog recht op ziekengeld had kunnen ontlenen. De overlijdensuitkering vanuit de Ziektewet is gelijk aan het bedrag van de ziektegelduitkering over één maand. Ook bij deze uitkering zijn geen inhoudingen verplicht waardoor de bruto-uitkering gelijk is aan de netto-uitkering. De overlijdensuitkering wordt alleen op verzoek aan de nabestaanden uitbetaald.

Moet de uitzendonderneming dan twee overlijdensuitkeringen uitbetalen?
Nee, in de wet is bepaald dat de uitzendonderneming de wettelijke overlijdensuitkering mag verminderen met het bedrag dat de nabestaanden eventueel ontvangen inzake de overlijdens uitkering vanuit de Ziektewet of een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ook uitkeringen op grond van de Toeslagen wet mogen in mindering worden gebracht (7:674 BW).

Hoe moet het overlijden bij uwv worden gemeld?
De uitzendonderneming dient het overlijden van de uitzendkracht door te geven aan UWV door middel van het formulier ‘Melding van overlijden van een werknemer’.

Wat gebeurt er met de uitzendovereenkomst als een uitzendkracht overlijdt?
De uitzendovereenkomst eindigt door de dood van de uitzendkracht. De uitzendovereenkomst hoeft dus niet opgezegd te worden door de uitzendonderneming. Dit geldt zowel voor de uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd als voor onbepaalde tijd.

Hoe moet worden omgegaan met het levenslooptegoed?
De uitzendonderneming mag bij het overlijden van een uitzendkracht het levenslooptegoed van de uitzendkracht ter beschikking stellen van de erfgenamen. Voor de loonheffingen, met uitzondering van de werknemersverzekeringen, wordt het levenslooptegoed in dat geval beschouwd als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de overleden uitzendkracht.

Wie zijn volgens de wet de nabestaanden?
Nabestaanden zijn in de eerste plaats de echtgenoot/geregistreerd partner of – als deze er niet is – de minderjarige kinderen tot wie de uitzendkracht in familierechtelijke betrekking stond. Zijn die er ook niet, dan komt de overlijdensuitkering toe aan degene met wie de uitzendkracht in gezinsverband leefde, maar alleen als de uitzendkracht grotendeels in de kosten van diens bestaan voorzag. Dit kan bijvoorbeeld een meerderjarig kind zijn, voor wie de uitzendkracht kostwinner was. Ongehuwd samenwonenden, van verschillend of gelijk geslacht, die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren, worden ook als echtgenoten beschouwd, tenzij er sprake is van een bloedverwantschap in de eerste graad. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ouders en kinderen.

Bron: ABU

 

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer