Skills-gap op de arbeidsmarkt? ‘Niet als we flexkrachten relevant opleiden’

0

“Over het schaap met vijf poten hebben we het al lang niet meer. Het schaap met vier poten is al niet beschikbaar. Het schaap met drie poten vinden is al een uitdaging. Maar als we gaan samenwerken en flexkrachten relevant opleiden kunnen we hen wel op het gewenste niveau krijgen.”  Dit stelt Sven Tump, directeur NCOI Opleidingen.

Bij NCOI Opleidingen  merken ze ook dat klanten, met name in het B2B-segment, kampen met personeelstekorten. “Voorheen was dat vooral in het onderwijs, techniek en ICT, maar nu zie je dat in de volle breedte van de arbeidsmarkt. Het verschilt natuurlijk per beroepsniveau, sector en regio, maar iedereen heeft er mee te maken.”

De noodzaak van opleiding (en omscholing) wordt volgens hem inmiddels alom onderkend, ook in de flexbranche. “Voorheen was men terughoudend in het investeren in flexkrachten, maar nu de nood zo hoog is, beseffen flexbedrijven dat er geen alternatief is. Zij moeten wel investeren in opleiding en ontwikkeling van hun flexkrachten. Ook om hen te kunnen behouden.”

Praktische aanpak

De kandidaten zijn schaars en vaak ontbreekt de match omdat CV en opleiding niet aansluiten. Het vinden van nieuwe medewerkers die voldoen aan de gevraagde competenties is dus moeilijk. Maar het is niet onmogelijk, stelt Tump. Zeker niet bij uitzendkrachten. Bij NCOI Opleidingen hebben ze wel een idee hoe je ‘het schaap met vier poten’ kunt krijgen. Hun strategie: relevant opleiden, een praktische aanpak in twee onderdelen:

  1. Snel inzetbaar maken; die uitzendkracht dat laten leren wat echt nodig is om zo snel mogelijk bij de opdrachtgever aan de slag te gaan (korte termijn)
  2. Een verkort opleidingstraject; door de skills en competenties van de flexkracht in kaart te brengen – over welke relevante kennis en kunde beschikt deze uitzendkracht al? – en vervolgens die skills te valideren (waarde toekennen) kun je het opleidingstraject verkorten. Door het ‘onnodig onderwijs’ te schrappen, komt ook voor een uitzendkracht een diploma van een volwaardige beroepsopleiding binnen handbereik.

Barrières overwinnen

Want we moeten niet vergeten dat er voor uitzendkrachten barrières zijn om een opleiding te gaan volgen. De uitzendkracht moet de opleiding naast zijn werk combineren, moet ook een goede werk/privé-balans zien te vinden, heeft meestal beperkte financiële ruimte én moet gemotiveerd zijn om te investeren in zijn of haar eigen ontwikkeling.

Ilse de Cloe, commercieel directeur NCOI Opleidingen, onderkent dat, maar denkt dat uitzendbureaus hun flexkrachten kunnen helpen die drempels te verlagen. Ten eerste zijn tal van subsidiemogelijkheden waar gebruik van kan worden gemaakt; er is geld beschikbaar. En De Cloe weet door haar jarenlange ervaring bij grote uitzendorganisaties dat de wil bij uitzenders om te investeren in de persoonlijke ontwikkeling van hun flexkrachten er ook is. “Intercedenten zijn echt begaan met hun flexkrachten. Waar het wel eens mis gaat is dat er te veel over uitzendkrachten wordt gepraat in plaats van met hen.”

Ilse de Cloe: “Geef waardering en bied zekerheid.”

Haar advies aan uitzendbureaus: “Vraag flexkrachten wat zij zelf willen. En kijk hoe je hen daarbij kan helpen. Benader hen als volwaardige medewerkers. Zij verkeren in een meer onzekere positie dan anderen en ervaren vaak dat zij als minder worden gezien dan medewerkers in loondienst. Terwijl zij hetzelfde werk doen en dezelfde verantwoordelijkheid dragen! Geef hun waardering en bied zekerheid.”

Dan blijft de vraag hoe je uitzendkrachten kunt motiveren een opleiding te volgen. Daarvoor heeft Ilse de Cloe ook wel een suggestie. “Probeer samen een eindpunt te kiezen, bijvoorbeeld een baangarantie. En beredeneer vervolgens wat er nodig is om dat te bereiken; investeren in het verbeteren van skills, het volgen van een opleiding, et cetera.”

Samenwerking is een must

Flexkrachten zo snel mogelijk inzetbaar maken kan alleen maar als alle partijen samenwerken, stelt De Cloe. “Dat geldt voor werkgevers, uitzendorganisatie, het UWV… helaas zijn het nu nog vaak kokers die los van elkaar functioneren. Als alle partijen iets minder in het eigen, en meer in het gezamenlijk belang denken moet dit mogelijk zijn. We dienen uiteindelijk een hoger doel.”

Er zijn in de praktijk gelukkig ook voorbeelden van goede samenwerking. Volgens De Cloe is het vooral een kwestie van ‘doen’. Door klein te beginnen; kies een bepaalde groep, sectorspecifiek, en ga samen daarmee aan de slag. Voor NCOI Opleidingen is dat een vanzelfsprekendheid. Zij werken bijvoorbeeld met ROC’s samen en zien als opleider zichzelf complementair aan uitzenders. “Wij kunnen elkaar echt versterken en samen prachtige dingen doen. Er is veel meer mogelijk dan men vaak beseft, ook binnen de kaders van beroepsopleidingen”, stelt Tump. En de tijd om nog langer te wachten is volgens hem echt voorbij. “Er wordt al jaren gediscussieerd, er liggen tal van rapporten. Dus tijd om echt in actie te komen voor structurele oplossingen.”

Sven Tump: “Ik zie meer bereidheid om te investeren in flexkrachten.”

En het probleem is structureel. Door vergrijzing is de uitstroom groot. Veel vaklieden gaan met pensioen. En de instroom stokt. “Dus de druk neemt toe. Het personeelstekort en het niet kunnen vinden van mensen met de juiste skills wordt steeds problematischer. En dat probleem los je niet op met een cursusje van één of twee dagen. We moeten echt investeren in volwaardige opleidingen om de brede beroepskennis te borgen. En dat geldt ook voor flexkrachten, in welke contractfase zij ook zitten. Elke dag dat we dat niet doen wordt het probleem groter.”

Ideale doelgroep

Sven Tump gelooft dat flexkrachten (een deel van) de oplossing zijn. “Er is meer mogelijk dan we met z’n allen beseffen.” De flexmarkt kan daarin een cruciale rol spelen volgens hem. “Flexkrachten zijn bij uitstek een ideale doelgroep als het gaat om arbeidsmobiliteit. Zij zijn flexibel, kunnen sneller van baan wisselen en van de ene sector naar de andere gaan, bijvoorbeeld door (om)scholing. Maak daar gebruik van.”

Tump ziet dat die positieve ontwikkeling al gaande is. “De flexmarkt is al flink in beweging. En ik zie bij uitzendbureaus – en hun opdrachtgevers – ook de bereidheid om te investeren in hun flexkrachten.” Zijn collega De Cloe is ook zeer positief. Het personeelstekort oplossen is niet gemakkelijk, maar aan de mismatch op de arbeidsmarkt is wel degelijk iets te doen. Liever hoort zij die term niet meer. “We moeten stoppen met praten over de gap op de arbeidsmarkt. De wereld is niet maakbaar, maar dit probleem kunnen we met z’n allen wel oplossen.”

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met NCOI Opleidingen.

Over Auteur

Reageer