Voorovereenkomst of arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht?

1

Een werknemer die wekelijkse werkplicht en een ziekmeldingsplicht heeft, heeft een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht en geen voorovereenkomst zoals de werkgever stelde.

De situatie

Een commercieel medewerker op een pompstation heeft een 0-urencontract op basis van oproep en beschikbaarheid. De werknemer moest een bepaald aantal uren per week werken en er was een schema van de per week te werken uren. De werknemer was ook verplicht ziekte te melden en zich in dat geval beschikbaar te houden voor controles. Vanaf oktober 2006 heeft de werknemer wekelijks een of meer dagen gewerkt. In april 2008 krijgt de werknemer een beroerte en hij meldt zich ziek. In april 2009 bericht het pensioenfonds hem dat het fonds van de werkgever heeft vernomen dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd.

De vordering en het verweer

De werknemer vordert doorbetaling van de gebruikelijk uren tijdens zijn ziekte. De werkgever meent echter dat de overeenkomst is opgezegd door de werknemer. Dat was volgens de werkgever ook geen arbeidsovereenkomst maar een voorovereenkomst tot het sluiten van een arbeidsovereenkomst.

Het oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat het hier gaat om een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht (mup). Bij een voorovereenkomst is er grote vrijblijvendheid, er is geen verplichting om te werken of om op te roepen. Bij een mup (ook wel 0-urencontract) is de werkgever verplicht om de werknemer op te roepen als er werk is en de werknemer is verplicht om aan die oproep gehoor te geven. De beschreven situatie duidt zonder meer op een arbeidsovereenkomst. Die overeenkomst was niet beëindigd door de werknemer. Een rechtsgeldige opzegging namelijk moet ondubbelzinnig en duidelijk zijn. De werkgever moet de opzegging verifiëren en de werknemer wijzen op de gevolgen er van. De kantonrechter meent dat het voor de werkgever klip en klaar moest zijn geweest dat de werknemer niet zou werken in verband met ziekte. De kantonrechter veroordeelt de werkgever tot het betalen van 70 procent van het loon vanaf 10 april 2008 tot het einde van de arbeidsovereenkomst of tot het moment dat de betalingsverplichting op een andere grond komt te vervallen.

Bron:
LJN BK6030, Kantonrechter Den Haag
Art. 7:629 BW, Eerste aanleg
02 juli 2009
 

Door mr. Ingrid Kooiman

Over Auteur

1 reactie

  1. Zo ken ik een geval waarbij de werkgever met een aantal beveiligers een vooreenkomst heeft gesloten waarbij werd gezegd dat de arbeidsovereenkomst zal binnenkort volgen. Inmiddels is het 2010.

Reageer