ING over de flexbranche in 2023: ‘Goed werkgeverschap loont’

0

De cijfers tonen een economie in mineur. Ondertussen blijft de arbeidsmarkt krap. ING-experts Katinka Jongkind en Sjuk Akkerman geven hun visie op de flexmarkt van 2023. Uitzenders doen er volgens hen verstandig aan goed werkgeverschap hoog in het vaandel te dragen en meer op te schuiven richting detachering. ‘Het loont om uitzendkrachten meer aan je te binden.’

Groei geremd door personeelstekorten

“De personeelstekorten zullen blijven, ook bij een eventuele recessie”, zo stelt Jongkind in een artikel op de site van de ABU, dat in oktober is gepubliceerd. Dat betekent dat schaarste op de arbeidsmarkt ook de flexbranche parten blijft spelen. Half oktober kwam ING al met het bericht dat de groei van de uitzendsector wordt geremd door personeelstekorten.
De ABU-cijfers van dit jaar onderschrijven dat. De omzetontwikkeling is veel positiever dan de volumeontwikkeling (uitzenduren). Dat duidt er op dat uitzenders hun tarieven hebben verhoogd, deels vanwege stijgende (loon)kosten, deels omdat het zoeken naar de juiste kandidaat op de krappe arbeidsmarkt meer moeite kost (hogere cost per hire).
Katinka Jongkind, sectoreconoom Services bij ING, maakt hierbij een onderscheid. “Als je naar de volumecijfers (uitzenduren) van de ABU kijkt zie je forse krimp, maar dat zijn vooral de grote, generieke uitzenders. Dat geldt niet voor de hele sector.” Vooral de volumegedreven uitzenders hebben het moeilijk. “Op een krappe arbeidsmarkt is het niet gemakkelijk om snel honderd man te vinden. Bovendien werken die grote uitzenders met langlopende contracten en is het maar de vraag of zij de huidige hogere kosten volledig kunnen doorberekenen aan klanten.”
Haar collega Sjuk Akkerman, sector banker bij ING, voegt daaraan toe: “Specialistische partijen slagen er beter in om aan mensen te komen, zij kennen de markt veel beter, zitten veel dichter op hun klanten.” En zijn dus succesvoller op deze krappe arbeidsmarkt.

Sjuk Akkerman (ING)
Sjuk Akkerman (ING)

Verschuiving naar zzp

Naast de economische onzekerheid kampt de uitzendbranche met onzekerheid rondom de aanstaande wet- en regelgeving. Bovendien vrezen de uitzenders terecht voor het ongewenste waterbedeffect, denkt Akkerman. “Het lijkt er op dat de wetgeving voor zzp’ers later wordt ingevoerd dan voor uitzenden. Dan krijg je een ongelijk speelveld. Uitzenden wordt minder interessant (lees: duurder, red.), waardoor een deel van het uitzendwerk zal verschuiven naar zzp. Dat geldt vooral voor werk dat zich daarvoor leent, bijvoorbeeld in de retail, bouw en horeca.”

Lees ook: Dit zijn de politieke plannen voor de flexmarkt

Verschillen tussen sectoren

Voor de horeca verwacht ING volgend jaar nog 5% groei, deels door het inhaaleffect na de coronacrisis. Van die groei zal de uitzendbranche nog kunnen blijven profiteren. Maar voor energie-intensieve sectoren, zoals de industrie en zeker de tuinbouw, zijn de vooruitzichten volgens Jongkind somberder. “Die schalen hun productie in de winter waarschijnlijk af vanwege de hoge energiekosten. En dat zijn juist de bedrijven die veel gebruik maken van uitzenden. Daar zal de vraag naar uitzendkrachten flink afnemen. En het is maar de vraag of zij, als ze in de lente weer opstarten, genoeg personeel kunnen vinden. Want die zijn dan al in andere sectoren aan de slag gegaan. Een soortgelijke ontwikkeling zagen we ook in de horeca, waar veel werknemers tijdens de coronapandemie zijn overgestapt naar de test- en prikstraten van de GGD.”
Aan de andere kant is er veel vraag naar personeel in andere sectoren, zoals de zorg en techniek. “Waar schaarste op de arbeidsmarkt is, liggen er ook kansen voor uitzenders”, zegt Akkerman. “Denk aan de energiesector en bouw – ook al gaat het economisch minder goed, daar blijft de vraag naar mensen groot.”

Shake out uitzendbranche?

Waar blijft de faillissementsgolf? “Dat vragen wij ons ook af”, zegt Jongkind. “Het aantal faillissementen is de afgelopen twee jaren zo extreem laag – ook in de flexbranche – dat het niet anders kan dan dat er volgend jaar meer faillissementen zullen komen.”

Volgens ING komt dit door de overheidssteun. Omdat die coronasteun in het eerste kwartaal van dit jaar is stopgezet, verwacht de bank dat het aantal faillissementen in de flexbranche dit jaar en volgend jaar zal toenemen.
Daar komt bij dat bedrijven vanaf 1 oktober jl. zijn begonnen met het terugbetalen van de belastingschuld die tijdens de coronacrisis is opgebouwd. En dat is volgens ING een fors bedrag; voor de gehele flexbranche bedraagt de belastingschuld € 985 miljoen. Per flexbedrijf dat belastinguitstel heeft aangevraagd bedraagt dit omgerekend gemiddeld € 323.000. Ondanks dat zij hier meerdere jaren de tijd voor krijgen, vreest ING dat dit voor een aantal flexbedrijven tot bedrijfsbeëindiging of faillissement zal leiden (ING Sector update, oktober 2022).

En dan is er nog de kostencomponent, legt Jongkind uit. “Personeelskosten zijn omhoog gegaan en uitzenders hebben meer tijd nodig om uitzendkrachten te vinden, dus die willen hun marge ook verhogen. Maar het is maar de vraag in hoeverre uitzendorganisaties de mogelijkheden hebben om die hogere kosten één-op-één door te berekenen aan klanten. Dat verschilt per sector. En er zijn ook geluiden in de markt dat uitzendkrachten zo duur zijn geworden, dat bedrijven twijfelen of zij hen nog wel willen inhuren.”

 

Van uitzenden naar detachering

Jongkind en Akkerman zijn van mening dat de uitzendbranche een belangrijke rol kan spelen bij de transitie tussen sectoren. En Jongkind verwacht dat uitzenders die rol ook pakken. “Het wordt interessanter om uitzendkrachten in dienst te nemen voor onbepaalde tijd, op te leiden en te detacheren”, stelt Jongkind in bovengenoemd artikel op de site van de ABU.
Uit onderzoek van Jongkind blijkt dat het aantal uitzendkrachten dat in vaste dienst is 4% bedraagt. (Tien jaar geleden was dat nog 2%.) “Dat is nog steeds heel erg weinig”, zegt Akkerman. Maar hij verwacht dat dit percentage zal toenemen en uitzendbureaus meer richting detachering zullen gaan. “Als de arbeidsmarkt heel erg krap is loont het om die uitzendkrachten meer aan je te binden.” ING voorziet dan ook een verschuiving van kortlopende uitzendcontracten (fase A) naar contracten voor onbepaalde tijd (fase C). Uitzenders nemen mensen dan eerder in vaste dienst en plaatsen die bij opdrachtgevers, net zoals dat voor hoogopgeleiden door ‘klassieke’ detacheerders wordt gedaan.
Dat uitzendorganisaties hun uitzendkrachten eerder dan voorheen een vast contract zullen aanbieden komt ook door wetgeving. De uitzendtermijn – periode waarin tijdelijke contracten mogen worden gegeven – zal wettelijk worden ingeperkt van 5,5 jaar naar 3 jaar. De ABU en NBBU hebben hier vorige zomer al een voorschot op genomen.

Nieuwe regelgeving zet het huidige verdienmodel van uitzenders onder druk, stelt ING in haar Sectorupdate van oktober. Flexwerk wordt in de toekomst duurder en minder flexibel. En de teneur in Den Haag is dat uitzendwerk alleen voor ‘ziek & piek’ zou moeten worden ingezet en niet langer voor werk op structurele basis. ING stelt dat hierdoor ‘een deel van het uitzendwerk in zijn huidige vorm in de toekomst weinig bestaansrecht meer zal hebben’. Overigens zal die nieuwe regelgeving op z’n vroegst in 2025 pas ingaan. Maar toch, het komt eraan.

Waar schaarste op de arbeidsmarkt is, liggen er ook kansen voor uitzenders.
Sjuk Akkerman (ING)

Goed werkgeverschap als verdienmodel

Maar wettelijk verplicht of niet, uitzendorganisaties doen er sowieso goed aan hun flexkrachten meer aan zich te binden. Niet alleen door hen vaste contracten te bieden. Ook door te investeren in loopbaanbegeleiding en ontwikkeling van uitzendkrachten. Goed werkgeverschap kun je ook zien als onderdeel van je verdienmodel. “Het biedt je als uitzender kansen”, stelt Akkerman. “Investeren in opleiding en ontwikkeling van flexkrachten loont. Als je in deze krappe arbeidsmarkt mensen hebt die direct inzetbaar zijn en de juiste opleiding hebben, kun je meer mensen leveren.” En dat opleiden kan in huis, maar er zijn ook tal van voorbeelden van uitzenders die samenwerkingen aangaan met opleiders, Zo is er bijvoorbeeld een partij die een opleiding van een paar weken tot heftruckchauffeur geeft.
Ook zullen uitzender zich in hun verdienmodel meer kunnen gaan richten op HR-dienstverlening, denkt Akkerman. “Uitzenders kennen de wet- er regelgeving – die zitten er midden in – en kunnen de steeds complexere wet- er regelgeving toepassen in de praktijk. Zij kunnen werkgevers ontzorgen door die kennis te delen of dat werk van hen over te nemen. Met HR-advies op maat lever je als uitzender echt toegevoegde waarde.”
Ondanks alle veranderingen is er dus zeker ook goed nieuws voor de uitzendsector, stelt Jongkind. “De behoefte aan uitzenden blijft.” En de uitzenders die ‘duidelijke strategische keuzes maken’ blijven ook.

Economische cijfers

Volgens de meest recente ramingen gaat ING uit van een economische groei van  4% dit jaar (deels nog inhaaleffect van coronacrisis) en in 2023 van 0,4%. De werkloosheid wordt voor dit jaar geschat op 3,6% en voor volgend jaar op 4% (wat nog rond de krapte-grens ligt).
De flexmarkt (volume) zal dit jaar waarschijnlijk een groei kennen van 5%, maar voor volgend jaar verwacht ING een krimp van 2%.
De ramingen worden overigens steeds bijgesteld door de grote economische onzekerheid op dit moment. Die onzekerheid in de markt zal (begin) volgend jaar doorwerken in de economie, verwacht sectoreconoom Katinka Jongkind. “Het is voor bedrijven moeilijk om investeringsbeslissingen te nemen en te besluiten of zij wel of niet personeel gaan aannemen. Het is voor hen maar de vraag in hoeverre zij hun hoge kosten (energie, personeel) kunnen doorberekenen.”

 

 

Volg Flexmarkt op LinkedIn:

 

 

Over Auteur

Reageer