Uitzendbureaus vinden soft skills van uitzendkrachten belangrijk, zeker voor matching. Maar zij investeren maar zeer beperkt hierin. Een beslissing hierover moet op directieniveau genomen worden.
Dat blijkt uit een onderzoek van De Beleidsonderzoekers in opdracht van STOOF.
Grotere inlenende bedrijven liggen ver voor op uitzendbureaus als het gaat om aandacht voor soft skills en als die ontwikkeling doorzet zou dat het imago van de uitzendbranche kunnen aantasten, zo waarschuwt het rapport.
Voordelen
Volgens het onderzoek zien ook uitzendbureaus commerciële en maatschappelijke voordelen in het investeren in soft skills. Zo zorgt meer aandacht voor ‘zachte vaardigheden’ – naast werkervaring en opleiding – voor een kwalitatief betere match, betere slagingskans bij matching, en een betere binding met uitzendkrachten en inleners. Ook resulteren investeringen in soft skills een grotere employability van uitzendkrachten op de arbeidsmarkt.
Welke investeringen?
Uit het onderzoek komt dus naar voren dat uitzendbureaus wel het belang van investeren in soft skills van uitzendkrachten inzien, maar dat zij worstelen met de inhoud (wat is het?) en de vorm (hoe doe je het?). Voor de meeste uitzendbedrijven is niet duidelijk wat de aard van de investeringen zijn en wat de kosten en opbrengsten zijn.
Beslissing op directieniveau
De onderzoekers adviseren STOOF daarom om ernaar te streven dat eind 2020 alle aangesloten uitzendorganisaties op directieniveau een gefundeerde beslissing hebben genomen over het al of niet investeren in soft skills. In hoeverre uitzendbedrijven met dit concept systematisch (gaan) werken is een interne afweging van de individuele bedrijven. STOOF kan uitzendbedrijven hierbij helpen door het debat over soft skills te verdiepen en concreet te laten zien hoe er in de praktijk voordelen kunnen worden behaald door systematisch te werken met soft skills.
Bron: flexworkresearch
Lees het eindrapport Uitzendbureaus, inleners en soft skills: uitdagingen voor de toekomst van debeleidsonderzoekers.