Heineken-concern ook werkgever van werknemers in personeels-BV

0

Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat bij de overname van de catering-activiteiten van het Heineken-concern door Albron, de werknemers ook onder de regels over de overgang van ondernemingen vallen.

Alhoewel het personeel in dienst was van een aparte personeels-BV, was het Heineken-Nederland een ‘niet-contractuele werkgever’.

De situatie

Een werknemer was in dienst van Heineken Nederland Beheer BV (HNB) op de afdeling ‘catering’. HNB is de centrale werkgever voor het Heineken-concern en detacheert het personeel bij de werkmaatschappijen in het Heineken-concern. De werknemer viel door zijn arbeidsovereenkomst met HNB onder de cao. In 2005 heeft Heineken Nederland de cateringactiviteiten verkocht aan Albron. De werknemer trad, samen met zijn ca. 70 andere collega’s van de afdeling catering, in dienst bij Albron, tegen veel slechtere arbeidsvoorwaarden. De werknemer was het daar niet mee eens en stapte naar de rechter. Hij vond dat zijn oude arbeidsvoorwaarden ook van toepassing waren op zijn contract met Albron.

Bij de kantonrechter

De werknemer heeft in 2005 de kantonrechter verzocht om zijn oude arbeidsvoorwaarden van toepassing van te verklaren op zijn arbeidsovereenkomst met Albron. Die vordering heeft de kantonrechter toegewezen.

Hoger beroep

Maar de werkgever was het niet eens met die uitspraak en heeft hoger beroep aangetekend. Het hof Amsterdam heeft tijdens de behandeling van dat beroep pre-justitiële vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie.

Pre-justitiële vragen aan het Hof van Justitie

Het Hof Amsterdam heeft aan het Europees Hof van Justitie – kort gezegd – gevraagd of werknemers in dit geval ook beschermd worden door de EU-regels over overgang van ondernemingen.
De werkgever is namelijk de personeels-BV HNB en het is Heineken Nederland die de catering-activiteiten heeft verkocht.

Het oordeel

Het Hof van Justitie oordeelt dat de EU-regels over de overgang van onderneming inderdaad van toepassing zijn. In een concern-verhouding als deze is er sprake van een contractuele-werkgever (HNB) en een niet-contractuele werkgever (Heineken Nederland). Daarbij speelt mee dat de werknemers permanent werken, en blijven werken, in de organisatie van de niet-contractuele werkgever.

Het Hof Amsterdam moet met het antwoord van het Hof van Justitie nu over de vordering van de werknemer gaan beslissen. In principe is er sprake van een overgang van onderneming en daarmee zouden de oude arbeidsvoorwaarden van toepassing blijven.

Precedentwerking

Albron vraagt het Hof nog om de werking van deze uitspraak van het Hof van Justitie te beperken tot de zaken die al aanhangig zijn, omdat het aantal vorderingen tegen Albron en anderen onderneming anders aanzienlijk zal zijn. Ook vindt Albron dat zij en andere bedrijven er van uit mochten gaan dat de EU-richtlijn niet van toepassing was omdat de werknemers geen arbeidsovereenkomst hadden met de overdragende partij, in dit geval Heineken Nederland.

Het Hof wijst dit beroep af omdat er alleen in zeer uitzonderlijke gevallen beperkingen aan de werking van een uitspraak van het Hof van Justitie mogen worden gesteld.

Gevolgen voor payroll-markt

Roland Beltzer, Universitair hoofddocent arbeidsrecht aan de UvA denkt dat deze uitspraak grote gevolgen kan hebben voor de payroll-branche omdat de payroll-constructie lijkt op de constructie die Heineken heeft toegepast.

Hof van Justitie Europese Gemeenschap
HvJ C 242/09 (Albron)
Europese Richtlijn overgang van ondernemingen (2001/23/EG)
Pre-justitiële vragen
21 oktober 2010
 

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer