Opvolgend werkgeverschap uitsluiten in vaststellingsovereenkomst mag

0

Een vaststellingsovereenkomst die in stijd is met dwingend recht is gewoon geldig.

In het onderhavige geval hadden de werknemer en de werkgever in een vaststellingsovereenkomst het ontstaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd uitgesloten. Ook was de situatie van opvolgend werkgeverschap nadrukkelijk uitgesloten. Ondanks het feit dat dit in strijd is met de wet, achtte de kantonrechter het geven ontslag toch geldig.

De situatie

Het bedrijf waar de werknemer werkt, gaat failliet. Een klein deel van de activiteiten en de activa van het bedrijf wordt door een andere onderneming overgenomen. Die biedt ook 6 van de 125 medewerkers een nieuw contract aan, waaronder ook de werknemer in kwestie. Voordat de werknemer in dienst treedt, gaan de partijen een vaststellingsovereenkomst aan. Daarin is onder andere opgenomen dat de werkgever niet als opvolgend werkgever kan worden gezien en dat er geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zal ontstaan tussen de partijen. Er wordt vervolgens een arbeidsovereenkomst voor 6 maanden met een maand proeftijd getekend. De werknemer wordt tijdens die proeftijd ontslagen.

De vordering

De werknemer roept nietigheid van het ontslag in en vordert onder andere doorbetaling van loon omdat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. Hij beroept zich op de regeling van de keten van arbeidsovereenkomsten en het opvolgend werkgeverschap (art. 7:668a BW).

Het oordeel

De kantonrechter in kort geding concludeert dat dit beroep in een bodemprocedure geen stand al houden om de eenvoudige reden dat er een vaststellingsovereenkomst is. En die is geldig, zelfs als die in strijd is met de wet.

De vaststellingsovereenkomst

In art 7:900 BW is de vaststellingsovereenkomst geregeld. Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen zich om, zoals bijvoorbeeld in dit geval, ter voorkoming van onzekerheid aan een vaststelling van de situatie. Zo´n vaststellingsovereenkomst op vermogensrechtelijk gebied is ook geldig als deze in strijd is met dwingend recht. De enige uitzondering daarop is als de inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde.

Bron:
LJN BK6649
, Kantonrechter Zwolle
Art. 7:668a lid 1en 2; art. 7:902 BW
Kort geding, 25 november 2009
 

Door mr. Ingrid Kooiman

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer