Een totaaloverzicht van de nieuwe spelling: alle
belangrijke spellingswijzigingen sinds het Groene Boekje van 1995, inclusief de
aanpassingen uit 2005.
Hoofdregel tussenletter -n
De hoofdregel voor het schrijven van een tussenletter n is de volgende:
Je schrijft de tussen-n als het eerste deel van de samenstelling uitsluitend meervoud heeft met een n. Daarom is het krantenbericht. Krant heeft namelijk alleen meervrouw met een n: kranten.
Als het eerste deel ook een meervoud heeft met een s, dan krijgt de samenstelling geen n.
Als achter het basiswoord het achtervoegsel –loos staat, dan schrijf je geen tussen-n. Dus is het ideeëloos. Maar als het basiswoord eindigt op een n, dan blijft die n in het woord staan. Dus is gewetenloos wel juist.
Ook bij het achtervoegsel –lijk krijgt het woord geen tussen-n.
Voorvoegsels
Griekse en Latijnse voorvoegsels schrijf je vast aan het woord dat erop volgt: locoburgemeester. Let op: als er een klinkerbotsing* ontstaat, zet dan een streepje: re-integratie.
Lange samenstellingen
Als het eerste deel van het woord slaat op het tweede deel van de rest van dat woord, schrijf het dan helemaal aan elkaar: kortetermijnplanning. Hier zegt korte namelijk iets van termijn.
Afkorting
Komt er na de afkorting een achtervoegsel, schrijf het dan met een apostrof (‘). Dus: hbo’er. Staat er na de afkorting een heel woord, plaats dan een streepje: hbo-diploma.
C/k
Elektriciteit wordt vaak ten onrechte met een c geschreven. Onthoud dat alles met elek… een k krijgt. En laat je niet van de wijs brengen door het Engelse woord.
* Er is sprake van een klinkerbotsing als twee klinkers samenkomen die tezamen een nieuwe klank vormen:
aa, ai, au, ae
oo, oi, ou, oe
ee, ei, eu
ii, ij, ie,
uu, ui
oo, oi, ou, oe
ee, ei, eu
ii, ij, ie,
uu, ui