In Nederland is er circa 415.000 fte beschikbaar binnen de groep mensen met een chronische aandoening. Het grootste potentieel (183.000 fte) ligt binnen de groep die niet meer werkt, terwijl zij zelf aangeven dat ze dit wel kunnen.
In een tijd van enorme krapte op de arbeidsmarkt kan het aan het werk helpen van juist deze groep mensen uitkomst bieden, stelt TNO. “Werkgevers ervaren echter drempels om mensen met een chronische aandoening aan te nemen. Ze rapporteren onder meer angst voor hoge kosten, mate van inzetbaarheid en een eigen gebrek aan kennis over chronische aandoeningen. Dit en hoe dit verborgen arbeidspotentieel te benutten is, staat in de factsheet Chronische aandoeningen en werk die TNO heeft gepubliceerd.
Lees ook: Beperkte banen- en vacaturegroei in komende 2 jaar, herstel uitzendbranche in 2025
Steeds meer Nederlanders met chronische aandoening
In 2022 had bijna de helft (47%) van mensen tussen de 15-45 jaar één of meer chronische aandoeningen. Bij de mensen tussen de 45-75 jaar is dat bijna driekwart (74%). Omdat men tegelijkertijd langer moet doorwerken stijgt het aantal mensen met een chronische aandoening dat beschikbaar is voor werk.
Onbenut arbeidspotentieel
Op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) uit 2023 en andere cijfers van CBS berekent TNO dat er een onbenut arbeidspotentieel van 415.000 fte is onder mensen met een chronische aandoening. Het grootste potentieel (183.000 fte) ligt binnen de groep die niet (meer) werkt, terwijl zij zelf aangeven niet (60.000 fte) of licht belemmerd (123.000 fte) te zijn in het uitvoeren van de werkzaamheden.
Lees ook: Arbeidsmarkt weer iets minder krap, aantal uitzendbanen neemt af
Langer afwezig door ziekte
Een andere conclusie uit de NEA is dat werkenden met een chronische aandoening gemiddeld 11 dagen (in totaal 142.000 fte) langer afwezig door ziekte zijn in vergelijking met mensen zonder aandoening. Verder geven werkenden van 45 jaar en ouder met een chronische aandoening aan gemiddeld 11 maanden eerder te moeten stoppen met werken dan dat ze zouden willen (73.000 fte). Tot slot werken ze ook 15 minuten minder per week dan mensen zonder chronische aandoening (17.000 fte).
Verschil is terug te dringen
Lidewij Renaud, onderzoeker bij TNO: “Het is begrijpelijk dat mensen met een chronische aandoening iets meer verzuimdagen hebben, maar dit verschil is terug te dringen. Extra rustmomenten of inspraak op de inroostering kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen minder snel over hun grenzen heen gaan.”
Lees ook: Uitzendbranche goed voor kwart banen uit Banenafspraak
Potentie kwetsbare groepen nog niet in beeld
Van de werkgevers in Nederland geeft maar een klein deel (15 procent) aan mensen met een kwetsbaarheid, waaronder een chronische aandoening in dienst te hebben. De intentie om iemand met een kwetsbaarheid in de toekomst aan te nemen is gering. Meer dan driekwart (77 procent) van de werkgevers heeft geen plannen om in de komende twee jaar iemand met een kwetsbaarheid, waaronder een chronische aandoening in dienst te nemen. Renaud: “We zien dat werkgevers drempels ervaren om mensen met een chronische aandoening aan te nemen. Vaak heeft dat met de angst voor kosten en (mate van) inzetbaarheid te maken maar ook vanwege gebrek aan kennis over aandoeningen.”
Minder vaak werk
Mensen zonder een chronische aandoening hebben vaker werk (82 procent) dan mensen met een chronische aandoening (60 procent). Vooral praktisch opgeleiden met een chronische aandoening hebben minder vaak een baan (26 procent) vergeleken met theoretisch opgeleiden (62 procent). Dat terwijl binnen die groep de tekorten het grootste zijn. Uit eerder onderzoek blijkt dat er in 2026 457.000 vacatures worden verwacht voor praktisch geschoolden in sectoren waar tekorten zijn, zoals industrie en de zorg.
Lees ook: Wet Banenafspraak en quotumregeling: hoe zit het ook alweer?
Wat kan er gedaan worden?
“Met de krapte op de arbeidsmarkt en het groeiende aantal vacatures is het potentieel van deze groep van belang. Werkgevers kunnen het arbeidspotentieel van mensen met een chronische aandoening beter benutten door open gesprekken te voeren, ondersteuning te bieden en werktaken aan te passen”, zegt Renaud. “Bijvoorbeeld door het combineren van fysieke en administratieve taken, of het inzetten van een buddy bij bepaalde werkzaamheden. Daarnaast kunnen ze de gezondheid en belastbaarheid van deze werknemers versterken door leefstijlinterventies aan te bieden. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld gezonde lunchopties, sportfaciliteiten, ontspanningsruimtes en gezondheidsprogramma’s zoals stoppen met roken programma’s. Verder is meer onderzoek nodig naar bekostigingsmogelijkheden, wet- en regelgeving en de optimale inzet van interventies inclusief het verkrijgen van inzicht in de kosten en baten.”