Franchisenemer: wel of geen arbeidsovereenkomst?

0

Een thuiskapper had een franchiseovereenkomst gesloten
met een franchisegever om voor eigen rekening en risico klanten te knippen die
door de franchisegever werden aangeboden. De overeenkomst had een duur van drie
jaar.

De thuiskapper beriep zich erop dat de franchisegever de overeenkomst niet zonder ontslagvergunning van het CWI kon beëindigen. Volgens de thuiskapper zou namelijk sprake zijn van een verkapte arbeidsovereenkomst.
 
Feiten
Toen de franchisegever de overeenkomst vroegtijdig opzegde – omdat de franchisenemer/thuiskapper zijn verplichtingen niet nakomt – beriep deze laatste zich op het bestaan van een arbeidsovereenkomst, dan wel een daarmee voor toepassing van het BBA gelijkgestelde arbeidsverhouding. Voor opzegging was in dat geval een opzegvergunning van het CWI vereist, bij gebreke waarvan ‘de arbeidsovereenkomst nog steeds geacht wordt voort te duren’, aldus de thuiskapper. De kapper stelde een loonvordering in.
 
 
Oordeel
Bij de beoordeling hiervan toetste de kantonrechter twee zaken. Ten eerste de partijbedoeling bij het tot stand komen van de overeenkomst. Ten tweede de manier waarop zij daaraan feitelijk uitvoering hebben gegeven. De kantonrechter oordeelde dat het partijen niet voor ogen stond dat de franchisenemer in ondergeschiktheid en tegen loonbetaling kapperswerkzaamheden zou gaan verrichten. Integendeel, de franchisenemer had – conform de bedoeling van partijen – voor eigen rekening en risico gewerkt. Het feit dat de franchisenemer zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden moest schikken naar enkele strikte voorschriften over werkwijze, verkoopmethoden en kleding, deed daaraan niets af. Door de voorschriften van de franchisegever werd de ondernemersvrijheid van de thuiskapper weliswaar beperkt, maar dit is inherent aan (de meeste) franchiserelaties, aldus de kantonrechter. Van een (verkapte) arbeidsovereenkomst was dan ook geen sprake. De loonvordering van de thuiskapper werd afgewezen
 

Over Auteur

Reageer