HeadFirst-ceo Kolff: “Bovib bepaalt niet ons financiële beleid”

0

Na een herfinanciering, een investering van 75 miljoen euro, de acquisitie van concurrent Between en een bestuurswissel is HeadFirst Group marktleider onder de intermediairs. Hoe is dat allemaal gefinancierd? Gezond, vindt ceo Han Kolff. Maar de financiële standaard van branchevereniging Bovib weet HeadFirst niet te evenaren. Een analyse van de financiën van HeadFirst, met een weerwoord van de ceo.

De grote acquisitie

HeadFirst was met een omzet van ruim 1 miljard euro al marktleider onder intermediairs en managed service providers, maar op 4 november werd het bedrijf nog groter. Op die dag nam de dienstverlener, nummer 2 in de Flexmarkt Top 100, concurrent Between over. Die laatste is met 475 miljoen euro goed voor de elfde plek. Daarmee voegt Between zich in een langere rij van overgenomen intermediairs en MSP’s, waaronder Myler en Staffing Management Services in 2018. Met concurrent Brainnet (nummer 4 met een omzet van 864 miljoen) op ruime afstand is HeadFirst de dominante partij.

De grondige bestuurswissel

Daarbij hoort een nieuw bestuur. Ceo Gert-Jan van Schellingerhout trad in oktober af, kort daarop werd ook cfo Mike Korenvaar vervangen door Between-cfo Vincent van der Mark. Eerder al waren de huidige aandeelhouders, fiscalist en private-equitybestuurder Kees-Jan van Uchelen en de vroegere Source-aandeelhouders Boyd Sleeman en Koen Bekkering – sinds 2013 betrokken bij HeadFirst Group – tot het bestuur toegetreden. Han Kolff is de nieuwe ceo. Kolff trad begin 2020 aan, na een carrière bij Heineken, Danone en Randstad. Bij Randstad hield hij zich sinds de financiële crisis van 2009 bezig met de digitale transformatie en met het uitdenken, uitvoeren en integreren van de vele internationale overnames. Kolff werkte ook bij financiële dienstverlener TMF.

De Zwitsers-Kaaimaneilandse financiering

Zijn kennis komt van pas bij HeadFirst, want deze overnamemachine kende ingewikkelde financiële constructies. Zo werd het werkkapitaal sinds 2018 door investeringsmaatschappij PIMCO bevoorschot, waarbij het Zwitserse Ruvercap optrad als agent. Ruvercap kreeg daarbij tevens pandrecht op de meerderheid van de aandelen tot januari 2019. In januari 2020 liep de werkkapitaalregeling met Ruvercap af – slechts enkele maanden voordat Ruvercap zelf verwikkeld raakte bij een financieel schandaal in Zwitserland. Daarbij zouden kantonbanken en pensioenspaarders volgens de Zwitserse pers voor bijna 300 miljoen frank (ongeveer 275 miljoen euro) het schip in zijn gegaan. PIMCO trok zijn samenwerking met Ruvercap in en de firma is inmiddels geliquideerd.

De Zwitsers-Ierse herfinanciering

De afspraak met PIMCO werkte als volgt: voor het werk dat ingehuurde professionals doen, betalen hun opdrachtgevers aan HeadFirst. In ruil voor de vorderingen schiet echter PIMCO 90 procent voor aan HeadFirst. Zodra de opdrachtgever zijn factuur vervolgens aan PIMCO voldoet, betaalt PIMCO in ruil voor een relatief hoge renteopslag de resterende 10 procent aan HeadFirst uit. HeadFirst speelt zo sneller werkkapitaal vrij. Dat kan het bijvoorbeeld aanwenden om overnames mee te financieren – een spel dat beursgenoteerde bedrijven ook beheersen. Kolff onderstreept dat HeadFirst geen schade heeft ondervonden van het agentschap van Ruvercap, dat inmiddels is stopgezet. De huidige werkkapitaalregeling loopt met Credit Suisse, via het Ierse vehikel Pilatus Finance. Het risico van werkkapitaalbevoorschotting erkent Kolff, is vergaande omzetdaling. “Daalt de omzet buitensporig, dan loop je op een gegeven moment betalingsrisico’s.” Dat risico wilde Kolff dit voorjaar voorkomen, toen het coronavirus uitbrak. “Is het riskant? Nou, je moet zorgen dat je tijdig herfinanciert. We hadden voldoende buffer, maar ik ben wel gaan stresstesten en ben op zoek gegaan naar een betere mix.” Daarom trok HeadFirst een nieuwe investeerder aan, het pan-Europese Kartesia. Dat pompte in ruil voor een minderheidsbelang 75 miljoen euro in het bedrijf. Die injectie beperkt het kortetermijnrisico en maakt verdere groei mogelijk. Ook betaalt HeadFirst een deel van de acquisitie van Between. Kolff voegt toe: “Bovendien krijgen we er met Between veel werkkapitaal bij.”

De Bovib-afspraken

Met die laatste opmerking doelt Kolff op de extra kasstroom van Between. Between, dat onder zijn vorige eigenaars zijn werkkapitaal uit eigen middelen financierde, kan, nu het onder HeadFirst valt, worden meegenomen in de Credit Suisse-financiering. Via bevoorschotting zal HeadFirst ook de kasstroom van Between financieel vrijspelen, naar eigen zeggen om ‘een grotere buffer in de korte-termijnfinanciering te realiseren’. Dat botst in ieder geval met harde Bovib-afspraken. Vorig jaar spraken de leden van de branchevereniging af zich te houden aan tijdige deponering van de jaarstukken, een verantwoording van het kasstroombeheer en een quick ratio van minstens 1. De quick ratio, een kengetal dat de mate aangeeft waarin het bedrijf met eigen middelen op korte termijn aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen, bedroeg eind 2019 voor HeadFirst 0,53 – bij lange na onvoldoende. Kolff wil zich niet binden aan deze afspraak. “De Bovib bepaalt niet hoe wij ons financiële beleid voeren. De quick ratio geeft geen garanties, je kunt met een gezonde quick ratio ook onderuitgaan.”
Gevraagd langs welke financiële maatstaf Kolff de financiën van HeadFirst zou willen leggen, noemt hij ‘een goedkeurende accountantsverklaring’. Hij pleit voor het monitoren van de financiële gezondheid van de branche op basis van een ‘mix van financiële ratio’s’, maar wil op dit moment geen van die maatstaven nader definiëren. Ook benadrukt hij het belang van een brede basis van kredietwaardige klanten. “Dat HeadFirst dat laatste heeft, blijkt wel uit onze solide prestatie in coronajaar 2020.”

Dit artikel is geschreven door Wilbert Geijtenbeek voor Flexmarkt.

 

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer