CAO voor uitzendkrachten: alleen akkoord met LBV

0

Nadat eerder deze week de drie grootste vakbonden uit de CAO-onderhandelingen zijn gestapt, maken de ABU en NBBU bekend dat zij wel een principeakkoord hebben bereikt met vakbond LBV over een ongewijzigde verlenging van de huidige CAO voor Uitzendkrachten, tot 1 oktober 2021.

Dit artikel is geüpdate op 1 juni jl.

De verlenging is volgens de ABU en NBBU noodzakelijk omdat de huidige uitzend-cao op 1 juni aanstaande afloopt. Uitzendkrachten, uitzendwerkgevers en inleners zouden zonder cao in een onzekere periode terechtkomen.
Het akkoord wordt op 31 mei voorgelegd aan de leden van de ABU. Op 27 mei stemmen de leden van de NBBU erover.

SER-akkoord over de arbeidsmarkt

Jurriën Koops, directeur van de ABU: “Belangrijk dat LBV zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, waardoor ook na 1 juni de huidige cao van kracht blijft. Dat geeft voorlopig rust en duidelijkheid en de mogelijkheid om – als er een SER-akkoord over de arbeidsmarkt komt – de gevolgen hiervan mee te nemen.”

LBV: ‘beter iets dan niets’

Een akkoord met de LBV over verlenging van de huidige CAO lijkt het maximaal haalbare op dit moment. De enige vakbond die nog niet is weggelopen van de onderhandelingstafel is de relatief kleine LBV. Met de verlenging van de huidige uitzend-cao met vier maanden tot 1 oktober wilde vakbond LBV voorkomen dat uitzendkrachten helemaal zonder cao zouden komen te zitten. “Beter iets dan helemaal niets”, zo stelt de bond. De komende maanden hoopt LBV met brancheorganisaties NBBU en ABU en andere bonden tot overeenstemming te komen over nieuwe afspraken.

Cao-onderhandelingen afgebroken

FNV, CNV en De Unie stapten eerder deze week uit de onderhandelden over een nieuwe cao voor uitzendkrachten. De drie bonden zijn naar eigen zeggen ‘klaar met het legitimeren’ van de cao voor uitzendkrachten. Ze betogen ook dat brancheorganisaties ABU en NBBU te weinig doen om werknemers die op uitzendbasis aan de slag gaan sneller zekerheid te bieden.

Bonden eisen nietigverklaring

Vakbonden FNV, CNV en De Unie zijn boos over een cao-akkoord voor uitzendwerk dat werkgevers hebben gesloten met de LBV. Ze eisen nu dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de overeenkomst tussen LBV en uitzendbureaus nietig verklaart. Volgens FNV, CNV en De Unie zouden de afspraken met brancheorganisatie ABU en NBBU niet algemeen verbindend moeten zijn, schrijven ze aan minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken.

Lees ook: ABU en NBBU stemmen cao’s op elkaar af

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer