Rechter: inlener mag korten op factuur als uitzender NOW-steun krijgt

1

Een inlener betaalt slechts 60% van de uitzendfactuur omdat de uitzender NOW-steun ontvangt. En de kantonrechter geeft de inlener gelijk. Arbeidsrechtadvocaat Hendarin Mouselli (VRF Advocaten) plaatst kritische kanttekeningen bij de opvallende rechterlijke uitspraak die vergaande consequenties kan hebben voor uitzend- en payrollbedrijven.

Waar gaat het om? De inlener Kroftman in Zevenaar, een groothandel in opslagtenten en -gebouwen, had uitzendkrachten aan het werk die via payrollorganisatie NettStaff zijn verloond. Kroftman besluit achteraf hiervoor slechts 40% van het factuurbedrag aan NettStaff te betalen. Als argument hiervoor geeft de inlener dat NettStaff gebruik maakt van de NOW-regeling.
NettStaff spant vervolgens een kort geding aan en eist dat het openstaande bedrag van de facturen, ruim € 50.000,- alsnog wordt voldaan. Maar de kantonrechter stelt NettStaff in het ongelijk en wijst de vordering af.

Visie Kroftman vs. NettStaff

Het FD vat het geschil goed samen: Kroftman wil niet de volledige factuur betalen omdat payroller NetttStaff dan ‘twee keer zou worden betaald’, door de overheid (loonkostensubsidie NOW) en door Kroftman (factuur) als inlener. Patrick Soeters van NettStaff ziet dat anders en zegt in het FD: “De NOW dient om ons te compenseren voor het omzetverlies bij klanten waar we geen medewerkers en dus geen factuur meer naartoe kunnen sturen. Kroftman probeert daarop mee te liften, maar zo is de regeling niet bedoeld.” Soeters vindt het ‘onbegrijpelijk’ dat de rechter meegaat in wat Kroftman gedaan heeft; ‘werknemers blijven inzetten om achteraf eenzijdig een korting van 60% te bedingen’.

Oordeel rechtbank

Het oordeel van de rechtbank is echter: als NettStaff voor de bij Kroftman tewerkgestelde uitzendkrachten een loonkostenvergoeding heeft gekregen in het kader van de NOW-regeling, dan zou het niet redelijk zijn dat Kroftman 100% van die loonkosten dient te voldoen aan NettStaff. ‘Dat lijkt niet te stroken met de intenties van de overheid bij het invoeren van de NOW-regeling, namelijk het behoud van werkgelegenheid’, zo stelt de kantonrechter.

Hendarin Mouselli (VRF Advocaten)
Hendarin Mouselli (VRF Advocaten)

Kanttekeningen

Er volgt nog een bodemprocedure, dus het laatste woord is hierover nog niet gezegd, stelt Hendarin Mouselli van VRF Advocaten. Volgens Mouselli is op de uitspraak van de rechter nog wel het nodige af te dingen. Zij plaatst de volgende zes kanttekeningen:

  1. De NOW-subsidie is thans nog slechts een voorschot en daarmee houdt de rechter geheel ten onrechte geen rekening. Grote kans dus op (gedeeltelijke) terugbetaling. Hoe ga je dat straks oplossen als blijkt dat de formeel werkgever de NOW subsidie moet terugbetalen? Wat als de onderneming van de inlener inmiddels failliet is? Als uitzender/payroller kun je dan natuurlijk fluiten naar je geld, maar in de tussentijd mag je dan wel terugbetalen aan het UWV.
  2. Er staan nog wat vragen open over diverse wijzigingen in NOW 1.0 (overigens ook NOW 2.0) en in hoeverre deze wijzigingen subsidie technisch met terugwerkende kracht – zelfs na de sluitingsperiode – van invloed zijn. Naar gelang het de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uitkomt lijkt het erop dat naar een voor de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut gunstige uitleg wordt geredeneerd. Dit strookt in mijn visie niet met de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep.
  3. Tijdens de totstandkoming van NOW 1.0 alsmede gedurende de subsidieperiode zijn er diverse momenten geweest waarop gevraagd is om een uitzondering te maken voor payroll- en uitzendrelaties. In het bijzonder hebben wij namens een deel van de uitzend- en payrollmarkt gevraagd om de NOW-subsidie op opdrachtgeversniveau toe te kennen, juist omdat dit fair play oplevert en je een situatie als in deze uitspraak op voorhand voorkomt. Dat heeft Minister Koolmees geweigerd. Diverse Tweede Kamer fractie leden hebben bovendien Minister Koolmees erop gewezen dat er situaties zouden ontstaan waarbij de inlener rekeningen moest blijven betalen aan het payrollbedrijf of uitzendbureau, terwijl er veel minder werk is en ze zelf niet in aanmerking kwamen voor de NOW-subsidie. Minister Koolmees heeft constant aangegeven dat payroll- en uitzendbedrijven zelf afspraken kunnen maken over de wijze van betaling van deze facturen of het stopzetten van contracten en dat hij zich er niet mee ging bemoeien. Minister Koolmees heeft nooit laten weten dat payroll- en uitzendwerkgever een soort van UWV rol op zich moesten nemen en de NOW subsidie moesten verdisconteren in de facturen, die de inlener moest betalen. De leden van de VVD-fractie hebben aan Minister Koolmees heel expliciet gevraagd om aan te geven op welke manier payrollwerkgevers met behulp van de NOW 1.0 konden of moesten bijdragen aan het behoud van werkgelegenheid. Minister Koolmees heeft toen laten weten dat payrollwerkgevers, als zij aan de voorwaarden voldoen, via de NOW een tegemoetkoming kunnen aanvragen en worden gecompenseerd voor de loonkosten van de mensen die bij hen in dienst zijn. Voor payrollwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor andere werkgevers, aldus Minister Koolmees. Als payroll- en uitzendbedrijven net zoals alle overige werkgevers behandeld moeten worden, dan zou de uitspraak van de kantonrechter dus betekenen dat iedereen die NOW-subsidie krijgt dat dan maar moet verdisconteren in de facturen die ze versturen aan klanten. Je kunt immers altijd wel een link vinden naar behoud van werkgelegenheid. Dat lijkt mij niet bedoeling.
    Lees ook: ‘Neem payroller mee bij NOW-afspraken werkbehoud inlener’
  4. Uitzenders en payrollers zijn vaak actief in verschillende sectoren. Als je al moet compenseren c.q. de NOW subsidie verdisconteren in je facturen, hoe moet je dat dan gaan doen? De ene sector is harder geraakt dan de ander. Terwijl Minister Koolmees expliciet niet heeft gekozen voor maatwerk, maar een generieke regeling. Dit is vragen om problemen.
  5. Een ander punt waarmee de rechter evenmin rekening heeft gehouden zijn de commerciële belangen van de uitzender. Uitzenders en payrollers hebben veelal meerdere klanten die soms ook concurrenten van elkaar zijn.  Wat is de volgende stap? Inzage in bedrijfsgegevens afdwingen, ook van concurrenten, teneinde vast te stellen of de verdeelsleutel eerlijk heeft plaatsgevonden? En dan hebben we ook nog zoiets als AVG. Zijn we die dan opeens vergeten?
  6. De rechter gaat ook volledig voorbij aan contractuele afspraken en de gebondenheid daaraan. Uitsluitend op grond van de NOW en de doelstelling daarvan wordt het als onredelijk geacht door deze rechter dat 100% is gefactureerd. In een B2B-relatie staan de contractuele afspraken voorop, waarbij een afwijking van de bepalingen in de contractuele verhouding en de redelijke uitleg die daarbij past, slechts zeer beperkt mogelijk is (terughoudende toepassing van de beperkende of aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid).

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

1 reactie

  1. Bob Weghorst op

    Nog een belangrijke kanttekening: er wordt meerdere keren genoemd/bevestigd dat de NOW 90% van de loonkosten dekt in deze uitspraak. Dat is aantoonbaar onjuist! Het is gegarandeerd veel minder, afhankelijk van omzetverlies en de loonsomontwikkeling. Helaas wordt dit ook structureel door de media, waaronder het FD, als zodanig gecommuniceerd/herhaald.

Reageer