De nieuwe cao: hier moet je op letten

0

In januari dit jaar zijn de nieuwe cao’s voor uitzendkrachten van de brancheverenigingen ABU en NBBU in werking getreden. Beide cao’s zijn praktisch identiek, dus in dit artikel gaat het verder over de ‘cao voor uitzendkrachten’. Een aantal bepalingen gelden vanaf 1 juli 2023. Waar moeten uitzendbureaus rekening mee houden?

De cao voor uitzendkrachten bevat al lang een artikel over de inlenersbeloning. “Dit bepaalt welke elementen van de beloningsregeling van opdrachtgevers uitzendbureaus moeten volgen”, vertelt Patrick Luitwieler, senior  application Engineer bij softwareontwikkelaar Flexmeester. “Nieuw is dat alle toeslagen bij inleners, zoals bijvoorbeeld vuilwerktoeslagen of koudetoeslagen, per 1 juli ook gelden voor uitzendkrachten.”

 Vrije ruimte

Daarnaast worden per 1 juli alle netto- en brutokostenvergoedingen onderdeel van de inlenersbeloning. “Pas hierbij op je vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR)”, waarschuwt Luitwiele.  Het zou kunnen dat een uitzendbureau de fiscale ruimte niet heeft die een opdrachtgever wel heeft om kosten ten laste van de vrije ruimte te brengen. Bij overschrijding van de vrije ruimte volgt een eindheffing van 80 procent. Uitzendbureaus moeten hier goed op letten.”

 Inschaling op werkervaring

Uitleners moeten vanaf 1 juli altijd het arbeidsverleden en de relevante werkervaring vertalen naar periodieken. Luitwieler: “Uitzendbureaus moeten echt rekening gaan houden met de werkervaring van de uitzendkracht. Daarnaast geldt per 1 juli dat als het recht op een periodiek afhangt van een beoordeling, de uitzendkracht aanspraak mag maken op het periodiek als deze uitblijft. Het is dus belangrijk dat de beoordeling plaatsvindt.”

Loondoorbetaling bij ziekte

De gewijzigde loondoorbetaling bij ziekte is volgens Luitwieler de belangrijkste wijziging per 1 juli. “Voor uitzendkrachten die werken zonder uitzendbeding is er altijd een einddatum van de uitzendovereenkomst  afgesproken en dan geldt tot die datum een loondoorbetalingsverplichting. Bij uitzendovereenkomsten met uitzendbeding ontbreekt de einddatum. De overeenkomst eindigt als het werk bij de opdrachtgever stopt, maar ook bij ziekte van de uitzendkracht. Over dat laatste heeft de Hoge Raad op 17 maart een uitspraak gedaan.

Sindsdien eindigt een uitzendovereenkomst met uitzendbeding niet meer automatisch bij ziekte en houdt de uitzendkracht recht op loondoorbetaling. Wel kan de opdrachtgever bij ziekte verzoeken de terbeschikkingstelling te beëindigen. Dit was ook al voorzien in de cao per 1 juli. Zolang de uitzendovereenkomst met uitzendbeding voortduurt, heeft de uitzendkracht bij ziekte voortaan recht op 90 procent van het loon in het eerste en 80 procent in het tweede ziektejaar. Dit recht bestond al voor uitzendkrachten die werkten zonder uitzendbeding.”

Bekostiging Ziektewetuitkering

“Eindigt een uitzendovereenkomst met uitzendbeding dan krijgt de uitzendkracht van het UWV een Ziektewetuitkering van 70 procent van het dagloon. Hiervoor bepaalt de cao dat deze bij het beëindigen van de uitzendovereenkomst bij ziekte in fase A (de eerste 78 weken waarin de  uitzendkracht voor het uitzendbureau werkt) wordt aangevuld tot 90 procent in het eerste en 80 procent in het tweede ziektejaar. Voor de bekostiging hiervan wordt een percentage op het loon van de uitzendkracht ingehouden.Met de uitspraak van de Hoge Raad gaan de aanvulling en inhoudingen ook gelden voor uitzendkrachten die werken in Fase A of Fase 1-2, zonder uitzendbeding en die bij ziekte een Ziektewetuitkering krijgen als hun uitzendovereenkomst eindigt.”

De maximale percentages van de inhoudingen  aan per 1 juli omlaag. “Deze waren 0,58 procent (kantoorsector en administratief) en 1,33 procent (technisch en industrieel) en worden 0,3 en 0,7 procent.”

In de  huidige cao gelden er bij ziekteverzuim twee wachtdagen bij een uitzendovereenkomst met uitzendbeding en één wachtdag als er geen uitzendbeding geldt.

Meer gevolgen nieuwe regels loondoorbetaling

De nieuwe regels voor de loondoorbetaling bij ziekte van uitzendkrachten hebben nog meer gevolgen. “In de  huidige cao gelden er bij ziekteverzuim twee wachtdagen bij een uitzendovereenkomst met uitzendbeding en één wachtdag als geen uitzendbeding geldt. Een wachtdagcompensatie moet dit verschil overbruggen in uitzendovereenkomsten met een uitzendbeding. Hiervoor geldt per 1 juli ook één wachtdag, waarmee de wachtdagcompensatie verdwijnt.”

Minimumcontractduur

Vanwege de gewijzigde loondoorbetaling bij ziekte komt er per 1 juli ook voor uitzendovereenkomsten met  uitzendbeding een minimumcontractduur van vier weken. Dit gold al bij het ontbreken van een uitzendbeding. “Het is mogelijk om een einddatum op te nemen in een uitzendovereenkomst met uitzendbeding. Om te voorkomen dat uitzendbureaus kortlopende contracten afspreken met uitzendbeding om het ziekterisico weg te organiseren, is in de nieuwe cao een minimale contractduur van vier weken bepaald. Hierdoor betaalt de uitzendwerkgever minimaal vier weken ziekte door voor hij de uitzendwerknemer ziek uit dienst kan melden.”

Wet toekomst pensioenen

De Eerste Kamer heeft op 30 mei voor De Wet toekomst pensioenen (Wtp) gestemd en deze treedt per 1 juli 2023 in werking. “Dit heeft gevolgen voor de pensioenregeling voor uitzendkrachten, de STiPP-regeling. Deze bestaat uit drie fasen. De eerste acht weken geldt de zogeheten referte-eis. Deze niet meer gangbare wachttijd verdwijnt per 1 juli als de Wtp ingaat en er is ook geen sprake van een drempelperiode. Daarna komt iedere uitzendkracht van minimaal 21 in de STIPP-basisregeling terecht en na een jaar in de plusregeling. Per 1 januari zijn de basis- en plusregeling meer naar elkaar gebracht. Ik denk dat er uiteindelijk één volwaardige pensioenregeling komt.”

Door de inwerkingtreding van de Wtp zullen de weken die een uitzendkracht werkt voor zijn 21e niet meer meetellen voor de pensioenopbouw. “Als iemand nu 19 is en gaat werken als uitzendkracht dan start meteen de wekentelling voor de STiPPregeling. Hierdoor neemt hij vanaf zijn 21e direct deel aan de plusregeling als hij al meer dan een jaar heeft gewerkt. Overigens kent de Wtp een toetredingsleeftijd voor pensioenregelingen van 18 jaar. Deze leeftijd gaat per 1 januari 2024 gelden in plaats van 21 jaar.”

Veranderingen cao 2024?

Luitwieler verwacht dat de inlenersbeloning verder wordt uitgebreid in 2024.“Mogelijk gaan uitzendbureaus het   aantal adv-dagen van inleners volgen en waarschijnlijk ook winstuitkeringen en dat soort elementen. Verder verdwijnt waarschijnlijk de wachtdag bij ziekteverzuim. Belangrijk is ook dat vanaf 2024 bij de huisvesting van arbeidsmigranten het huurcontract en de arbeidsovereenkomst niet meer aan elkaar gekoppeld mogen zijn. Hierdoor mogen uitzendbureaus buitenlandse uitzendkrachten niet meer zomaar uit huis zetten als ze geen werk meer voor hen hebben.”

 Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Flexmeester.

Over Auteur

Reageer