De transitievergoedingen en tijdelijk personeel

0

Op dit moment hoeven werkgevers geen ontslagvergoeding te betalen als het contract van tijdelijk personeel afloopt. Per 1 juli 2015 verandert dit. Vanaf dan zijn werkgevers een transitievergoeding verschuldigd aan de werknemer wiens tijdelijke arbeidscontract op initiatief van de werkgever niet wordt voortgezet. De werknemer moet dan wel langer dan 2 jaar in dienst zijn geweest. Hoe werkt dit in de praktijk?

Voorbeeld

Bram heeft een tijdelijk contract bij een aannemersbedrijf van 1 april 2013 tot en met 1 april 2014. Zijn loon bedraagt bruto € 2400,- (inclusief vakantietoeslag). Hij werkt opnieuw in loondienst voor het bedrijf van 1 juni 2014 tot en met 1 oktober 2015. Het aannemersbedrijf laat in augustus weten zijn contract niet te verlengen. Is een transitievergoeding verschuldigd? En zo ja, wat is de hoogte van deze vergoeding?

Antwoord
Bram heeft recht op een transitievergoeding. Zijn contract is niet verlengd op initiatief van de werkgever. En hij heeft langer dan 2 jaar voor het aannemersbedrijf gewerkt. Er is wel sprake van een tussenpoos, maar deze is korter dan 6 maanden. Voor de berekening van de transitievergoeding dienen de twee tijdelijke contracten daarom bij elkaar te worden opgeteld. De tussenpoos telt niet mee.

De hoogte van de transitievergoeding wordt als volgt berekend
Bij de berekening van de transitievergoeding moet worden uitgegaan van een dienstverband van 2 jaar en 3 maanden (12 maanden + 15 maanden).
De transitievergoeding bedraagt in dit geval een zesde van het maandloon voor elke periode van zes maanden dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd.
Bram heeft recht op een transitievergoeding ad 4 x 1/6 x € 2400,- = € 1600,-

Let op!
Alleen als een tijdelijke contract niet is verlengd op initiatief van de werkgever, heeft de werknemer wiens dienstverband langer dan twee jaar heeft geduurd recht op een transitievergoeding. Slaat een werknemer een beter of gelijkwaardig aanbod tot verlenging af, dan verspeelt hij zijn recht op een transitievergoeding.

Jonge werknemers
De transitievergoeding hoeft niet te worden betaald als een contract afloopt voor de dag waarop de werknemer achttien jaar wordt en de gemiddelde omvang van de door de werknemer verrichte arbeid twaalf uur of minder per week bedroeg. Verder worden maanden waarin de werknemer voor zijn achttiende verjaardag gemiddeld twaalf uur of minder per week arbeid heeft verricht, niet meegeteld voor de berekening van de vergoeding.

Surseance van betaling of faillissement
De transitievergoeding is niet verschuldigd als sprake is van surseance van betaling of faillissement van de werkgever, of als ten aanzien van de werkgever een schuldsaneringsregeling is getroffen. Daarnaast zal het mogelijk zijn om de transitievergoeding in termijnen te betalen als betaling ineens tot onaanvaardbare gevolgen leidt voor de bedrijfsvoering. In dat geval wordt het te betalen bedrag verhoogd met de wettelijke rente.

Cao
Bij collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan afgeweken worden van de wettelijke regeling voor de transitievergoeding.

‘Kleine werkgevers’
Voor ‘kleine werkgevers’ (met 25 werknemers of minder) geldt dat bij de berekening van de transitievergoeding mag worden uitgegaan van het dienstverleden vanaf 1 mei 2013. De jaren daarvoor tellen niet mee. Er moet dan wel sprake zijn van bedrijfseconomische omstandigheden wegens een slechte financiële situatie. De werkgever zal dit moeten aantonen met de jaarstukken van de voorgaande drie jaar en met een prognose voor het aankomende half jaar. Deze uitzondering geldt in principe tot 1 januari 2020.

mr. Susan Schaeffer is verbonden aan XpertHR. Meer informatie over de transitievergoeding en andere HR-vraagstukken vind je op www.xperthr.nl.

Lees ook:

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer