Maaltijdbezorgdienst Deliveroo hoeft een 20-jarige fietskoerier niet in loondienst te nemen. Dat heeft de kantonrechter in Amsterdam maandag geoordeeld. De bezorger was een rechtszaak begonnen tegen Deliveroo omdat volgens hem sprake was van schijnzelfstandigheid in het zzp-contract waarmee de dienst sinds begin dit jaar werkt.
Op 1 november 2017 kondigde Deliveroo aan bestaande tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet meer te verlengen. Bezorgers konden nog wel als zelfstandige blijven werken met een zzp-contract. Dat accepteerde ook de 20-jarige bezorger, maar hij was het er niet mee eens. Hij vond dat hij feitelijk nog steeds in loondienst werkte en dat er een gezagsverhouding bestond bij de nieuwe werkwijze. Daarbij krijgen bezorgers per bestelling en niet meer per uur betaald. De eis van de bezorger was dat Deliveroo hem weer in loondienst moest nemen.
De kantonrechter heeft die eis nu afgewezen. Bij de beoordeling spelen twee zaken een rol: ten eerste blijkt uit de overeenkomst van opdracht uit november 2017 duidelijk dat het de bedoeling was dat de bezorger als zzp’er zou gaan werken. “De bezorger heeft dat in een e-mail ook bevestigd. Bovendien liet hij zich als eenmanszaak bij de Kamer van Koophandel inschrijven.”
Geen gezagsverhouding
Ten tweede mag er geen gezagsverhouding bestaan in een zelfstandige werkrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Die was er volgens de koerier wel, maar daar gaat de kantonrechter niet in mee. “De bezorger kon namelijk zelf beslissen of hij zich aanmeldde voor werk en hij kon bestellingen weigeren. Daarnaast mocht hij in zijn eigen kleren en met een eigen thermobox werken, zolang deze voldeden aan de veiligheidsvereisten. Ook was het hem toegestaan te werken voor een concurrerende onderneming en mocht hij zich laten vervangen.”
Wetgever moet maatregelen treffen
De slotsom is dat de bestreden overeenkomst geen arbeidsovereenkomst is. “De kantonrechter erkent dat het huidige arbeidsrecht niet voorziet in de arbeidsverhoudingen die voortkomen uit de (relatief) nieuwe platformeconomie, maar oordeelt dat de gesloten overeenkomst tussen Deliveroo en bezorger niet zo onredelijk is dat de rechter anders moet beslissen. Het is aan de wetgever om maatregelen te treffen wanneer het niet gewenst is dat dergelijke situaties blijven bestaan.”
