De uitzendsector ligt weer onder vuur nu veel uitzendkrachten hun werk verliezen door de coronacrisis. De kritiek is niet (helemaal) terecht, want de branche doet zijn uiterste best om hen aan het werk te houden. Probleem is dat hiervoor bedoelde NOW-regeling niet voor elke uitzendorganisatie uitkomst biedt.
De beide brancheorganisaties ABU en NBBU doen een dringende oproep aan hun leden om zoveel mogelijk uitzendkrachten via de NOW-regeling aan het werk te houden. En dat gebeurt ook. Randstad Groep Nederland heeft deze week bekendgemaakt dat zij NOW-aanvragen gaat indienen voor haar uitzendkrachten die door de coronacrisis geen werk hebben of minder uren kunnen draaien. En Adecco Group laat vandaag in een persbericht weten ‘content’ te zijn met de NOW-regeling en ‘volop gebruik hiervan te maken’.
Kritiek op uitzenders
Door de coronacrisis rakelt onmiddellijk de discussie over de kwetsbaarheid van flexwerk weer op in de media. Zo kopte het FD gisteren dat de coronaklap voor de Nederlandse economie veel harder aankomt dan in de rest van Europa door de grote flexschil – ‘een relatief groot deel van de zzp’ers, uitzendkrachten en mensen met nulurencontracten verliest nu zijn baan’. Ook de vakbonden roeren zich. Het CNV meldt – op basis van onderzoek door Maurice de Hond – dat door de coronacrisis bijna de helft van de uitzendkrachten (49%) geen of nauwelijks werk meer heeft. CNV-voorzitter Piet Fortuin haalt uit naar werkgevers die volgens hem ‘massaal hun uitzendkrachten de laan uitgestuurd hebben’. “Schandalig” noemt Fortuin dit omdat de ‘overheid werkgevers steunt met miljarden om uitzendkrachten in dienst te houden’, doelend op de NOW-regeling. Ook de FNV roept alle uitzenders op het goede voorbeeld van Randstad te volgen.
Kijk op inleners-/opdrachtgeversniveau
Maar dat is niet altijd mogelijk. Zo waarschuwt VRF Advocaten dat duizenden uitzend- en payrollkrachten dreigen op straat te komen staan als niet de uitzondering voor uitzend- en payrollbedrijven wordt gemaakt dat ook op inleners-/opdrachtgeversniveau de voorwaarde van 20% omzetdaling geldt. Een uitzendbureau dat uitzendkrachten bij een horecaklant hun werk ziet verliezen, kan geen aanspraak maken op de NOW-regeling voor deze uitzendkrachten als de totale omzetdaling voor het uitzendbureau minder dan 20% is. Deze uitzendkrachten vallen dus tussen wal en schip.
Flexondernemingen zouden volgens VRF Advocaten ook aanspraak moeten kunnen maken op de NOW-regeling als de opdracht van een specifieke opdrachtgever wegvalt of ten minste 20% van de inzet bij die opdrachtgever wordt verminderd. Dit dus naast de mogelijkheid voor flexbedrijven om aanspraak te maken op de NOW als zij ten minste 20% omzetverlies lijden op ondernemingsniveau.
Ook ABU-directeur Jurriën Koops gaf al aan dat de (NOW)-regeling helaas onvoldoende toegesneden is op het bijzondere karakter van de branche.
Uitzendkrachten KLM
Bram Bosveld van YoungCapital gaat nog een stap verder en stelt dat niet de omzetdaling van de uitzendorganisatie, maar de omzetdaling van de opdrachtgever leidend zou moeten zijn. Want omdat YoungCapital een groeibedrijf is, voldoet het bedrijf niet aan de voorwaarde van minimaal 20% omzetverlies (terwijl de omzet wel degelijk daalt door de coronacrisis.) Gebruik maken van de NOW-regeling is voor zo’n uitzendorganisatie dus niet zozeer een kwestie van willen is, maar van kunnen (rekening houdend met het bedrijfsbelang).
Bosveld geeft aan dat hierdoor de situatie ontstaat dat uitzendkrachten die via Randstad voor KLM werken thuiszitten en worden doorbetaald, omdat ook Randstad gebruik maakt van de NOW-regeling. Maar de uitzendkrachten die via YoungCapital voor KLM werken, worden teruggestuurd naar YoungCapital omdat YoungCaptial geen aanspraak maakt op de NOW-regeling.
“Onze uitzendkrachten doen hetzelfde werk als de uitzendkrachten van Randstad of het vaste personeel van KLM. Volgens de wet hebben zij dan ook recht op gelijke beloning voor gelijk werk. Hoe kan het dan nu ineens verschil maken voor welke uitzendorganisatie je werkt?”, zo vraagt Bosveld zich af.
