De afgelopen jaren zijn opvallend veel Nederlandse flexondernemingen overgenomen door Belgische uitzenders en investeerders. Wat maakt de Nederlandse flexmarkt zo aantrekkelijk voor onze zuiderburen?
Tekst: Fons van Lier
In november 2023 was het de beurt aan schoonmaak- en uitzendbedrijf Blue Groep: het werd overgenomen door het Belgische Glowi. De deal van Blue Groep kan bijgeschreven op de snel groeiende lijst van Belgische overnames in Nederland. Enkele voorbeelden: de overname van Impact door Haidu Groep, Straco Private Equity nam Labour Power Company en Welten onder zijn hoede en zowel Trixxo als House of HR (zie kader) deden een hele trits aankopen in Nederland. Roel ter Steeg, partner en managing director CFI Netherlands, ziet de toestroom van Belgische bedrijven in de Nederlandse flexbranche ook.
“Er zijn meerdere redenen voor Belgische bedrijven om in Nederland te gaan kijken,” zegt hij. “Ten eerste loopt de Nederlandse HR-wetgeving voor op die van andere landen. Zeker op die van België, al wordt die achterstand daar nu wel ingelopen. Zo was in België tot voor kort flexibele arbeid in onder meer de bouw, zorg of overheid verboden. Hier mag dat natuurlijk allang. Dat heeft ervoor gezorgd dat in Nederland nichespelers zijn ontstaan, met veel kennis van bepaalde sectoren. Dat is interessant voor buitenlandse spelers. Zeker in België heb je voornamelijk algemene uitzenders.”
Relatief hoge marges
Ook erg interessant voor buitenlandse ondernemingen: de marges in Nederland liggen relatief hoog. “De Nederlandse markt is lang gedomineerd geweest door Randstad. Dat heeft een margebeleid neergezet waar andere aanbieders ook van profiteren. De bruto marges liggen in Nederland duidelijk hoger dan die in de ons omringende landen. En dat is ook terecht, want in Nederland bemiddelen we meer gespecialiseerd personeel. Dat voegt grotere toegevoegde waarde toe dan meer generiek werk. Maar ook voor generieke arbeid zijn de marges hoger dan elders.”
Opstap voor verdere expansie
Nog een reden waarom Nederland aantrekkelijk is voor Belgische uitzenders die eens over de grens willen kijken: Nederland is niet groot, maar wel groter dan België, en al helemaal groter dan Vlaanderen. Ter Steeg: “Belgische bedrijven zien Nederland als een opstap voor verdere expansie in het buitenland: eerst Nederland, dan Duitsland.” Die expansie is ook mogelijk door de toegenomen rol van private equity in de branche. “Er is dus geld beschikbaar. En flex is voor private equity een erg interessante business om in te investeren: hoge marges, relatief lage investeringen en een laag risico.”
Dat Belgische bedrijven komen winkelen in Nederland is fijn voor Nederlandse ondernemers, want ze betalen regelmatig meer dan Nederlandse bedrijven. “Dat komt doordat de prijzen voor ondernemingen in deze branche in België ook hoger liggen. Er is daar weinig aanbod en Belgische banken zijn vaker geneigd meer te financieren. Nederlandse banken financieren maar beperkt.”
Technologische voorsprong
Ook waardevol voor buitenlandse partijen: de technologische voorsprong die veel Nederlandse uitzenders hebben. “Zo was het tien jaar geleden in Nederland al heel normaal om mensen digitaal in te schrijven, waar dat in een land als België nog niet het geval was.” De laatste jaren gaat het dan om zaken als automatic matching, de inzet van social media voor recruitment en dergelijke. “In dit soort technologische ontwikkelingen lopen we, samen met Amerika en Japan, voorop. Eerlijk gezegd vind ik evengoed niet dat de flex enorm innovatief is, maar binnen Europa zijn we toch wel een voorloper. En hoe groter je bent, hoe meer budget je voor innovatie kunt vrijmaken.”
‘Tekort aan personeel geen reden’
Is het tekort aan personeel ook een reden voor de vele Belgische overnames? Dat ziet Ter Steeg nog niet zo. Wel blijft de krapte op de arbeidsmarkt, daarvan is hij overtuigd. “De vraag naar flexibele arbeid en matching blijft groeien. Die tendens is veel sterker dan de stand van de economie, zoals het feit dat we nu in een recessie zitten. En mede door de rol van private equity blijft consolidatie, ook internationaal, doorgaan. Nu komen veel Belgische ondernemingen deze kant op, maar in de toekomst kan dat ook heel goed andersom gaan gebeuren. Verder zie je dat ook Franse ondernemingen steeds meer over de grens gaan kijken. En nadrukkelijk ook naar Nederland, onder meer vanwege die hoge marges.”
House of HR maakte pas op de plaats
House of HR zette de eerste stappen in de Nederlandse flexbranche met de overname van Covebo en Continu in 2015. Daarna volgden meerdere andere bedrijven. Ook in Frankrijk en Duitsland spreidde House of HR zijn vleugels uit.
“Nederland is een interessante markt voor HR-dienstverleners,” zegt ceo Rika Coppens. “Het heeft een hoge penetratiegraad van flexibele arbeid. Daarnaast is de sector er ook snel gegroeid de afgelopen jaren.”
House of HR was lange tijd eigendom van de Franse investeringsmaatschappij Naxicap, maar afgelopen jaar nam de Amerikaanse investeerder Bain Capital een meerderheidsbelang in het bedrijf. “We zijn onder Naxicap hard gegroeid en we gaan die lijn onder Bain Capital zeker doortrekken. 2023 was een trager jaar voor ons, maar we hebben nieuwe overnamekandidaten op het oog, met name in de zorg en in het domein van de overheid.”
De verschillen tussen landen zitten hem vooral in wetgeving, zegt Coppens. “Neem de zorg. In Duitsland is in die sector, naast een vast contract natuurlijk, alleen uitzenden toegestaan. In Nederland kijkt de overheid hoe het de stijgende trend van zzp’ers in de zorg kan beperken. In België is detachering aan banden gelegd. Het is onze taak om, ongeacht het contracttype en wetgeving, een passende oplossing te vinden, want er zal altijd nood zijn aan een flexibele laag. Zowel de bedrijven als de kandidaten zijn meer op zoek naar flexibiliteit. Daarom groeit onze sector ook snel – we komen tegemoet aan de wensen van de werkenden én aan die van de opdrachtgever.”
Wilde Westen
Nicolas Moerman, mede-oprichter van het Belgische Nestor, kan Ter Steegs verhaal beamen. De afgelopen jaren nam zijn bedrijf 65plus en Ervaren Jaren over. “In België is de uitzendbranche veel meer gereguleerd. Je hebt daar een certificeringsstelsel, het aandeel van flexibele arbeid in de arbeidsmarkt is er ook veel kleiner. Dat zorgt ervoor dat de flexbranche in België meer gesloten is en er in Nederland veel meer mogelijkheden zijn.”
In België kun je eigenlijk alleen groeien door mee te groeien met de markt, zegt hij. “Maar dat is maar heel beperkt. In Nederland kun je veel makkelijker groeien door overnames, er is immers veel meer te koop.”
Meer opstapmogelijkheden
Arbeid is in België meer gereguleerd dan in Nederland en dat is ook goed, meent Moerman. “Maar je ziet daardoor wel minder ondernemerschap binnen de arbeidsbemiddeling, terwijl Nederland op dat gebied meer het Wilde Westen was. Dat heeft natuurlijk ook weer zijn nadelen, maar het voordeel daarvan voor ons is dat er in Nederland veel meer mogelijkheden zijn om stappen te zetten. Zo is het idee van arbeidsbemiddeling voor bepaalde doelgroepen, zoals ouderen, in Nederland helemaal niet vreemd, in tegenstelling tot België.”
Nestor heeft eerder de stap gezet om naar Nederland te gaan dan naar Wallonië. “Omdat Nederland toch dichterbij ligt, qua mentaliteit, qua manier van werken ook. Dat is in Wallonië en in Frankrijk toch weer anders.”
Startups en scale-ups
Copus Group is een andere Belgische uitzender en detacheerder die de sprong naar het noorden heeft gemaakt. Het bedrijf is drie jaar geleden voortgekomen uit uitzender Vivaldis. Het heeft nu twaalf dochterondernemingen in België, Nederland en Duitsland. In Nederland nam Copus de afgelopen paar jaar Stratt+ en Enginear over, twee technische detacheerders.
Net zoals veel andere Belgische bedrijven die overnames doen in Nederland en elders, kiest het bedrijf ervoor om de bedrijven die het overneemt zoveel mogelijk onafhankelijk te laten opereren. Ze behouden ook hun eigen naam.
De barrières om in de Nederlandse flex te stappen zijn niet hoog, zegt ceo Dieter Struye. “Er zijn hier veel startups en scale-ups. Wat je vervolgens ziet, is dat veel scale-ups dan aan een plafond komen. Wij willen voor zulke ondernemers een platform zijn om de stap te zetten van een ondernemer van een kleinere onderneming naar een bedrijfsleider van een groter bedrijf.”
Flexibele arbeid veel meer geaccepteerd
Verder is op de Nederlandse arbeidsmarkt de flexibilisering dus veel verder doorgevoerd. “Maar niet alleen dat, flexibele arbeid wordt ook veel meer geaccepteerd. Zowel bedrijven als kandidaten zien meer de waarde van tijdelijke arbeid dan elders. Mede hierdoor zijn er veel gespecialiseerde niches ontstaan. Wij willen gespecialiseerde bedrijven samenbrengen, waarbij er een focus blijft op ondernemerschap, zodat ondernemers zich kunnen blijven richten op datgene waar ze goed in zijn en waarbij wij zaken oppakken als de backoffice.”
Geen plannen voor nieuwe overnames
Copus Group heeft op dit moment geen concrete plannen voor nieuwe overnames, maar blijft de Europese markt van nabij volgen. “Onze strategie is om nu organisch te groeien, in alle drie onze markten. Zoals gezegd kunnen de ondernemers die onze labels leiden veel leren van elkaar. Daar richten we ons nu op. Daarnaast willen we ons strategisch versterken door overnames in de segmenten en niches die voor ons relevant zijn, zeker ook in Nederland.”
Cliches
En hoe gaat de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse onderdelen van Copus Group? “Over de clichés van België en Nederland zijn boeken vol geschreven,” zegt Struye. “Wie overeenkomsten zoekt, vindt die. Wie verschillen zoekt, vindt die ook. Ik werk nu achttien jaar in de Benelux en zie vooral de gelijkenissen en wat we van elkaar kunnen leren. Kijk naar Stratt+, dat we een paar jaar geleden hebben overgenomen. De mensen die daar werken zijn een uurtje verwijderd van hun Belgische collega’s. Daar is veel contact, die leren van elkaar. Precies zoals we dat graag zien.”
Nieuwe technici de arbeidsmarkt op helpen
Wat de Nederlandse flex interessant maakt, is de mate van specialisatie en innovatie, vindt Dieter Struye, ceo van Copus Group. “Neem ons label Enginear, dat actief is in de technische sector. Het is natuurlijk niet makkelijk om daar nieuwe mensen in te vinden, dus hebben ze een heel mooi model ontwikkeld, waarbij ze al op de schoolbanken contact zoeken met studenten. Ze positioneren zich dan niet als commerciële organisatie, maar als een partner die studenten bij de hand neemt. En daarna helpt om op de arbeidsmarkt de eerste stappen te zetten. Het is een model dat je elders niet ziet en dat zorgt voor een hoge tevredenheid onder klanten en medewerkers. Daar kunnen andere labels weer van leren.”
“Elke ceo kijkt nu naar welk HR-beleid hij of zij moet voeren om de juiste mensen te vinden. De consolidatie die je ziet in de Nederlandse flex- en HR-sector speelt ook in andere landen, behalve in België. We zien dat er een dynamische markt is in Nederland, maar ook in Duitsland. Dat biedt mogelijkheden.”