Invalide raken na een bedrijfsongeval, en daarna een zelfmoordpoging. Voor
de werkgever extra reden geen loon meer te betalen. Het slachtoffer zou
opzettelijk zijn arbeidsongeschiktheid hebben veroorzaakt en zijn herstel hebben
belemmerd.
Een medewerker afmontage bij een bouwbedrijf zaagt machinaal een metalen strip af als het noodlot toeslaat. In een moment van onoplettendheid zaagt hij zijn eigen hand er af. In het ziekenhuis zetten de artsen deze er weer aan, maar het slachtoffer kan er niets meer mee en hij is ook niet meer tot werken in staat.
Drie maanden later doet hij een zelfmoordpoging. In de maanden daarna verblijft hij in een psychiatrisch ziekenhuis. De psychiater stelt vast dat hij door het traumatische bedrijfsongeval in een psychotische depressie is geraakt en in die toestand heeft geprobeerd zich van het leven te beroven.
Ondertussen staakt de werkgever de loondoorbetaling. De medewerker heeft geen inkomsten meer en wendt zich daarom in een spoedprocedure tot de kantonrechter. De werkgever voert bij de rechter een aantal redenen aan, waarom hij geen loon meer betaalt. Zo zou hij inmiddels zijn bedrijfsactiviteiten hebben gestaakt en niet genoeg geld meer hebben. De kantonrechter vindt dit onjuiste argumenten. Het gaat in dit geval namelijk om een ondernemingsrisico dat de werkgever niet van zijn betalingsverplichting ontslaat.
Ook redeneert de werkgever dat de zieke het bedrijfsongeval opzettelijk zou hebben veroorzaakt. Hierdoor zou er wettelijk geen verplichting meer zijn om loon te betalen. De medewerker heeft door de zelfmoordpoging zijn herstel belemmerd en de werkgever is hem daarom niets verschuldigd.
Opzet of risicovol gedrag
De kantonrechter stelt dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het begrip ‘opzet’ bij het veroorzaken van arbeidsongeschiktheid wat anders is dan risicovol gedrag. Iemand die opzettelijk risico’s neemt maar niet de bedoeling heeft arbeidsongeschikt te raken, houdt dus gewoon recht op loon. Dat is regel en geldt voor wat het wettelijke loongedeelte betreft bijvoorbeeld ook bij risicovol gedrag in de privésfeer.
Uit een rapport van de Arbeidsinspectie in deze zaak blijkt dat de zieke medeweker ten tijde van het ongeval, waarschijnlijk bewust, de veiligheidsbeugel van de zaagmachine heeft gemanipuleerd. Dit is inderdaad risicovol en had uiteindelijk grote gevolgen. Hij heeft echter niet opzettelijk zijn hand afgezaagd.
Voor de poging tot zelfmoord geldt eenzelfde redenering. Deze kwam waarschijnlijk voort uit een psychische toestand. De medewerker wist niet meer wat hij deed en zelfs als hij wist wat hij deed, had hij de bedoeling om zich van het leven te beroven. Hij zou het niet hebben gedaan om arbeidsongeschikt te blijven. De kantonrechter neemt met deze uitspraak een voorschot op de uitkomst van de ‘gewone’ juridische procedure.
De zieke medewerker heeft niet opzettelijk zijn herstel belemmerd en heeft recht op doorbetaling van zijn loon.
Bron: Derk Morreau
Kantonrechter Deventer (voorzieningenrechter)
8 september 2006; JAR 2006/252