Herplaatsingsmogelijkheden bij payrollcontract beperkt

0

Het is inherent aan de payrollcontructie dat de herplaatsingsmogelijkheden beperkt zijn.

Mede daarom was het ontslag van een medewerker die een outplacementtraject, passend werk en een opleiding kreeg aangeboden niet kennelijk onredelijk.

De situatie

Een medewerker is sinds 1999 in dienst bij een verhuurbedrijf. In 2002 gaat al het personeel over naar een payroll-bedrijf. De werknemer wordt exclusief aan het verhuurbedrijf ter beschikking gesteld. Eind 2009 zegt het verhuurbedrijf de inleenovereenkomst op wegens bedrijfseconomisch zwaar weer en vanwege de organisatorische situatie.

Het payroll-bedrijf vraagt voor de medewerker bij het UWV een ontslagvergunning aan. De cao voor Medewerkers van Payroll Ondernemingen 2008-2009 was opdat moment van toepassing op de arbeidsovereenkomst.

De medewerker krijgt een outplacementtraject aangeboden en er wordt hem passend werk bij het verhuurbedrijf aangeboden tegen een iets lager salaris dan voorheen. De werknemer weigert dat eenvoudiger werk te doen. Hij wil het alleen doen als de arbeidsvoorwaarden hetzelfde zijn als voorheen. Voordat hij met toestemming van het UWV ontslagen wordt, behaalt de werknemer nog zijn heftruckcertificaat op kosten van de werkgever.

De vordering

De werknemer stapt naar de rechter omdat hij vindt dat het ontslag kennelijk onredelijk is en hij vordert een vergoeding van ruim € 73.000.

Het oordeel

De rechter vindt dat de werkgever zich als goed werkgever heeft gedragen en oordeelt dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is.

De kantonrechter wijdt eerst een overweging aan het fenomeen payroll-overeenkomst en de Payroll-cao. In de cao staat dat de payrollovereenkomst een bijzondere vorm van een uitzendovereenkomst is en dat de werknemer in dienst is van het payroll-bedrijf. Als de inlener de payroll-overeenkomst beëindigt, vervalt de arbeidsplaats bij het payroll-bedrijf. Dit is voor het payroll-bedrijf een bedrijfseconomische reden voor het indienen van een ontslagaanvraag voor de betrokken werknemer. Voor de onderbouwing van de aanvraag hoeft het payroll-bedrijf, zonder verdere toelichting, alleen aan te tonen dat de inlener de payroll-overeenkomst heeft beëindigd. Als de overtollige werknemer herplaatst kan worden, zal geen ontslagvergunning verleend worden.

Ontslag niet kennelijk onredelijk

De rechter weegt de volgende zaken mee in zijn conclusie dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is. De werkgever heeft een outplacementtraject aangeboden waarbij de werknemer een paar maanden de tijd heeft gekregen om met behoud van salaris, deels vrijgesteld van arbeid en onder begeleiding, ander werk te vinden. Verder is hem passend werk bij het verhuurbedrijf aangeboden dat paste binnen de bedrijfseconomische- en organisatorische omstandigheden waarin het verhuurbedrijf zich op dat moment bevond.

Daarnaast had de werkgever op grond van de cao na de weigering van de passende arbeid het outplacementtraject mogen beëindigen en de loonbetaling mogen stopzetten. Door dat niet te doen heeft het verhuurbedrijf zich een goed werkgever getoond.

Ook heeft de werkgever de kosten van het behalen van een heftruckcertificaat voor haar rekening genomen om de kansen van de werknemer op het vinden van nieuw werk te vergroten.

Tot slot overweegt de rechter dat beperkte herplaatsingsmogelijkheden inherent zijn aan een payrollconstructie waarbij het payrollbedrijf geen enkele rol speelt in het wervings- en selectietraject en daarom ook geen herplaatsingsmogelijkheden heeft bij andere inleners.

Bron:
LJN BP2742, Kantonrechter Leeuwarden
wettelijk kader
Eerste aanleg, 19 januari 2011

Door mr. Ingrid Kooijman

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer