Hoe zit het met het pensioen van de payrollkracht?

0

Volgens de WAB krijgt een payrollkracht recht op een pensioen dat gelijkwaardig is aan dat van collega’s die in dienst zijn van de opdrachtgever. Maar hoe komt die adequate pensioenregeling voor payrollkrachten eruit te zien?

In de WAB is speciale aandacht voor werknemers die werken op payrollbasis werken. Zij krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever. Voor het pensioen van payrollwerknemers heeft minister Koolmees (SZW) een apart ontwerpbesluit gepresenteerd. De minister heeft het voorstel nu vrijgegeven voor internetconsultatie.

Adequate pensioenregeling

Het besluit spreekt van een adequate pensioenregeling. Als de payrollwerknemers niet deelnemen aan de regeling van de inlener, dan hebben zij recht op een regeling die vergelijkbaar is met de pensioenregeling van de inlener, of de regeling zoals die in de betreffende sector normaal is.

De basispensioenregeling moet ten minste voorzien in:

  1. een ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet;
  2. het ontbreken van een wachttijd of drempelperiode als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Pensioenwet ;
  3. een totale werkgeverspremie, zoals bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, van tenminste 13,6% van de som van de pensioengrondslag van de arbeidskrachten die door de onderneming in het kader van payrolling ter beschikking worden gesteld.

Lees ook: Wet arbeidsmarkt in balans [infographic]

Alternatieven

Het kabinet heeft verschillende alternatieven voor het voorliggende besluit overwogen. Het eerste was om in alle gevallen voor te schrijven dat een payrollwerkgever voor de payrollkrachten dezelfde basispensioenregeling dient af te sluiten als die geldt voor werknemers bij de inlener in gelijke of gelijkwaardige functies. Deze optie geeft de payrollkracht dezelfde pensioenopbouw als een gelijke of gelijkwaardige werknemer die direct in dienst is bij de inlener.
Dit zou voor payrollbedrijven echter een enorme administratieve rompslomp op kunnen leveren. Zij moeten zich aansluiten bij de verschillende basispensioenregelingen die bij de verschillende inleners gelden. Dit is administratief lastig als een payrollwerkgever payrollkrachten in verschillende sectoren werkzaam heeft.

Lagere werkgeverspremie

Een tweede optie die is overwogen en verworpen was het idee om payrollwerkgevers te verplichten om zich aan te sluiten bij  de Plusregeling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP), zoals geldt voor uitzendkrachten die langdurig werkzaam zijn in de uitzendbranche. Lang niet alle payrollwerkgevers zijn echter aangesloten bij StiPP. Dat was echter niet het grootste bezwaar tegen deze optie. De werkgeverspremie die wordt afgedragen voor de Plusregeling van StiPP ligt in veel gevallen op een lager niveau dan de (gemiddelde) werkgeverspremie voor basispensioenregelingen die worden uitgevoerd door andere pensioenfondsen (zoals het ABP). Zo wordt concurrentie op arbeidsvoorwaarden dus niet voorkomen.

Verwachtingen

Koolmees verwacht dat werkgevers in de payrollbranche in sectorverband  of afzonderlijk een adequate pensioenregeling treffen voor hun werknemers. Oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden (lagere pensioenkosten) wordt hierdoor volgens de minister tegengegaan. Hij voorspelt dat het merendeel van de payrollwerknemers een beter pensioen opbouwt.

Kritiek

Zoals op alle aspecten van de WAB, is er ook op de plannen voor de payrollbranche de nodige kritiek gekomen. Zo schreef Hendarin Mouselli, advocaat bij VRF Advocaten, in haar column in Flexmarkt dat het nog maar de vraag is of de voorgestelde wetswijzigingen voldoen aan de zienswijze van Europa. “De voorgestelde wetswijzing mist een visie op de lange termijn in een Europese context. In april heeft de Europese Commissie de aanbeveling voor een Europese pijler van sociale rechten gepubliceerd. Een van die (vijf) pijlers is ‘billijke arbeidsvoorwaarden’. Hiermee krijgen alle vormen van arbeidsrelaties toegang tot gelijke behandeling. De pijlers zijn niet vrijblijvend en dienen als werkprogramma voor de lidstaten. De vraag is dan ook in hoeverre de WAB bijdraagt aan de pijlers, aangezien de wet nu behoorlijk wat onzekerheden oproept. Bovendien kan de WAB negatieve invloed hebben op het recht van werkgevers om te beschikken over de flexibiliteit om zich snel aan te passen aan economische veranderingen”, zo stelt Mouselli.

De einddatum van de internetconsultatie Ontwerpbesluit voorwaarden adequate pensioenregeling payrollkrachten is op 16 maart.

Bron: PW.

Lees ook: ‘2019 jaar van de diffuse grenzen tussen uitzenden en payroll.’ (Maarten Tanja (Köster Advocaten))

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer