De stichting Vrij Platformwerk, die platformwerkers vertegenwoordigt, mag zich niet voegen in de rechtszaak tegen Temper.
Dat heeft het Gerechtshof Amsterdam in hoger beroep bepaald. Temper is sinds 2020 in een rechtszaak verwikkeld tegen vakbonden CNV en FNV. De bonden vinden dat de professionals die via het platform als zelfstandige werken in de meeste gevallen schijnzelfstandige zijn.
De stichting Vrij Platform is in 2021 opgericht door enkele Temper-werkers. Zij zochten een ander soort vertegenwoordiging dan de klassieke vakbonden. Inmiddels hebben ook de platformwerkers via Young Ones zich bij de stichting aangesloten. Volgens de rechter is de stichting te zeer verstrengeld met Temper om te kunnen dienen als onafhankelijke belangenbehartiger in de rechtszaak.
Opt-out
De vakbonden vertegenwoordigen de Temper-werkers via een collectieve actie. Temper-werkers die niet door hen vertegenwoordigd willen worden, konden vorig jaar gebruik maken van een ‘opt-out’. Ruim 15 duizend Temper-freelancers deden dat. De rechtbank Amsterdam heeft daarop in oktober 2023 alle claims die de vakbonden hebben ingediend namens ‘Tempers’ afgewezen.
Het tweede deel van de rechtszaak – de beoordeling van de overeenkomst als zzp of loondienst – gaat nog wel door.
Dat de stichting Vrij Platformwerk zich niet in de rechtszaak mag voegen, is een tegenvaller voor de stichting, beaamt voorzitter Enzo Salatiello. De stichting hoopte door de voeging de stem van vele duizenden platformwerkers te vertolken in de rechtszaal.
Vormen van flexibiliteit
“Vakbonden vertrekken vanuit een oud paradigma hoe arbeid eruit moet zien. Wij vinden net zo goed dat kwetsbare mensen bescherming verdienen en goede arbeidsvoorwaarden”, zegt hij. “Maar wie via Temper werkt, is over het algemeen in een fase in het leven dat je die bescherming helemaal niet zoekt. Het zijn studenten met een bijbaan of ondernemers die lege uren opvallen met extra werkzaamheden. De vormen van flexibiliteit die ze willen, zijn lastig in te vullen met een arbeidscontract. Voor weer een andere groep is platformwerk de enige ingang tot de arbeidsmarkt. Denk aan mensen met een verkeerde achternaam.”
De vakbonden zijn van mening dat Temper een uitzendbureau is en daarom de Uitzend-cao moet hanteren. Bovendien moet, met terugwerkende kracht, de onterechte vergoeding voor bemiddeling die door de medewerkers van Temper afgedragen is, terugbetaald worden. De rechtszaak wordt op 15 maart 2024 voortgezet bij de rechtbank in Amsterdam.
Lees ook: Vertrek Deliveroo markeert grens aan platformen en biedt kansen voor uitzenders
