Geen ontslag vaste werknemers om met flexkrachten te gaan werken

0

Een bedrijf in de steigerbouw wil alle productiemedewerkers ontslaan en alleen drie voorlieden in dienst houden om vervolgens flexkrachten in te huren voor de uitvoering van het werk. De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek voor een van de productiemedewerkers af.

De situatie

Hecs BV is onderdeel van de Hartman organisatie waaronder ook onder andere Hartman Uitzendbureau valt. Het bedrijf is actief in steigerbouw en richt zich op de havensector en de tribune- en tentenbouw. Op de vestiging Rotterdam werken 11 productiemedewerkers. In september 2009 heeft het bedrijf alle productiemedewerkers laten weten dat het wegens de economische crisis genoodzaakt is om hen allemaal te ontslaan. Het bedrijf heeft voorgesteld om de arbeidsovereenkomsten met wederzijds goedvinden te beëindigen met ingang van 1 november 2009.

Het bedrijf wil drie voorlieden in dienst houden en het werk uitvoeren met tijdelijke krachten. De medewerkers hebben een vaststellingsovereenkomst voorgelegd gekregen. De werknemer in kwestie heeft deze overeenkomst niet getekend.

De vraag

De werkgever vraagt nu ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen zonder toekenning van een vergoeding. De achterliggende reden is dat de activiteiten van het bedrijf door de economische situatie sterk zijn teruggelopen.
 

Het oordeel

De kantonrechter oordeelt dat de situatie van het bedrijf niet zo ernstig is dat alle productiemedewerkers moeten worden ontslagen. Er is nog werk in portefeuille en het bedrijf gaat zich de komende maanden inspannen om nieuwe opdrachten binnen te halen. Daarnaast heeft het bedrijf aangegeven dat vanaf mei 2010 de markt voor haar weer zal aantrekken.

Dat de werkgever het werk wil laten doen door tijdelijke krachten is geen reden om de vaste medewerkers te ontslaan. Het is in strijd met de geest van het Ontslagbesluit om medewerkers met een lang dienstverband het veld te laten ruimen voor tijdelijke krachten. Het Ontslagbesluit is hier weliswaar niet van toepassing maar de regels hebben wel een zekere reflexwerking. De vordering tot ontbinding van deze arbeidsovereenkomst wordt afgewezen maar de kantonrechter ziet wel de noodzaak in van het ontslag van enkele productiemedewerkers. Het is echter niet de taak van de kantonrechter om te bepalen hoeveel medewerkers er moeten afvloeien. Die taak hoort thuis bij de werkgever waarna het UWV of de kantonrechter de noodzaak er van beoordeelt, oordeelde de kantonrechter. Daarbij speelt ook mee dat de situatie is ondertussen veranderd: er is ontbinding van een aantal arbeidsovereenkomsten uitgesproken omdat de medewerkers in kwestie geen verweer hebben gevoerd tegen de ontbinding en de werkgever de overige verzoeken heeft gehandhaafd.

Bron:
LJN BK5749, Kantonrechter Rotterdam
Ontbindingsprocedure art. 7:685 BW
Eerste aanleg, 04 december 2009
 

Door mr. Ingrid Kooiman

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer