Beschuldiging van ongewenst gedrag en seksuele
intimidatie. Het komt op de werkvloer vaak voor, met name zorgverleners lopen
een risico. Als seksuele intimidatie is bewezen, dan ligt ontslag voor de hand.
Maar ook veel onschuldiger gedrag kan leiden tot iemands gedwongen
vertrek.
Zorgverlener zijn is een riskant beroep. Een klacht vanwege seksuele intimidatie ligt al snel op de loer. In een zaak die diende voor de kantonrechter in Haarlem (JAR 2006/147), ging het om een verzorger van vier psychiatrisch gestoorde vrouwen. Hij werd van ongewenste intimiteiten beschuldigd, maar kon zijn ontslag nog net voorkomen. Want de verklaringen van de vrouwen klopten niet en de klachten waren door de werkgever niet goed en onpartijdig onderzocht.
Werkgevers moeten klachten over ongewenst gedrag bij voorkeur laten onderzoeken door een onafhankelijke persoon of instantie. Daar is overigens nog een reden voor. In een zaak voor de kantonrechter van Amsterdam (JAR 2005/122) werd een leraar beschuldigd van seksuele intimidatie en – naar later bleek ten onrechte – ontslagen. De werkgever moest uiteindelijk smartengeld betalen.
Onprofessioneel
Werknemers zijn op dit gebied dus niet onbeschermd tegen klachten, maar moeten toch heel alert blijven op hun gedrag. Een recente zaak maakt dat goed duidelijk. Een verpleger (V.), werkzaam op de intensive care van een ziekenhuis, koestert warme gevoelens voor een aan hem toevertrouwde patiënte. Als zij inmiddels naar een gewone afdeling is verhuisd, blijft V. de vrouw opzoeken. Hij verzorgt haar, terwijl hij daar uit oogpunt van professionele begeleiding dus niets te zoeken heeft. De vrouw voelt zich inmiddels zeer tot hem aangetrokken en geeft haar adres en telefoonnummer.
Eenmaal weer thuis komt V. al snel bij haar op de thee. Er volgt een aantal ontmoetingen met zeer persoonlijke gesprekken. Er wordt gezoend, maar veel verder komt het niet. De vrouw blijkt van de een op de andere dag toch niet gediend van alle aandacht. Zij dient zelfs een klacht in bij het ziekenhuis. V. wordt direct door zijn werkgever geschorst. Kort daarna, als meer bekend wordt over wat is gebeurd, volgt zelfs ontslag. De reden? Hij zou zich onprofessioneel hebben gedragen.
V. start een kort geding. Hij vindt dat er sprake is van een leugenachtige klacht. De warme gevoelens waren immers wederzijds. Hij stelt ook dat het ziekenhuis tekort is geschoten bij de instructie over wat in dit soort zaken te doen. Maar de rechter volgt de lijn van het ziekenhuis. Hij vindt het verhaal van de verpleger totaal niet relevant. Hij stelt vast dat er meer en andere contacten met de patiënte zijn onderhouden, dan vanuit professioneel oogpunt wenselijk was. Bovendien heeft V. verzuimd aan zijn leidinggevende door te geven dat hij de verzorging ook buiten zijn eigen afdeling heeft voortgezet. Hij is in de ogen van de rechter dus terecht ontslagen. Dat hij zich volgens verklaring van collega’s altijd correct heeft gedragen doet daar verder niets aan af. En ook het feit dat hij aantoonbaar altijd goed heeft gefunctioneerd kan hem niet meer helpen.
Derk Morreau
Kantonrechter Breda (voorzieningenrechter) 17 november 2006; JAR 2006/288