Algemene Ouderdomswet (AOW)

2

De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een basispensioenvoorziening voor mensen
die 65 jaar of ouder zijn. Daarnaast kent de AOW een partnertoeslag voor AOW’ers
waarvan de partner jonger dan 65 jaar is en geen of weinig inkomen
heeft.

Verplicht verzekerd
Iedereen die rechtmatig in Nederland woont, is tussen het 15e en 65e levensjaar verplicht verzekerd voor de AOW. Er bestaat geen onderscheid tussen mannen en vrouwen of werkenden en niet-werkenden. Ook mensen die niet in Nederland wonen, maar hier wel werken en op grond daarvan onder de loonbelasting valt, zijn verzekerd.

Hoogte AOW-premie
De premie bedraagt voor 2007: 17,9 procent. Iedereen die in Nederland loonbelasting en of inkomstenbelasting betaalt en nog geen 65 jaar of ouder is, betaalt AOW-premie. Deze premie-inkomsten worden meteen gebruikt voor het betalen van de AOW-uitkeringen.

Bij werknemers en mensen met een uitkering wordt de premie ingehouden op hun loon of hun uitkering. Zelfstandigen betalen via de Belastingdienst een aanslag over hun inkomen.

AOW gaat in op de eerste dag van de maand waarin iemand 65 wordt. Het AOW-pensioen wordt aan het einde van iedere maand uitgekeerd. Het recht op AOW-pensioen eindigt op de eerstvolgende dag na overlijden.
Welk bedrag iemand krijgt hangt af van de woonsituatie en hoeveel jaren iemand voor de AOW verzekerd is geweest.

Aanvragen AOW
Zes maanden voor de 65e verjaardag krijgt iemand automatisch een aanvraagformulier van de AOW. De aanvraag gebeurt bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Hoogte AOW-pensioen
Het AOW-pensioen wordt afgeleid van het minimumloon en is niet voor iedereen hetzelfde. Het hangt af van de woonsituatie en de leeftijd van huisgenoten. Er is een pensioen voor een alleenstaande, voor een alleenstaande ouder en voor een samenwonende.

Bruto maandbedragen per 1 juli 2007  AOW  Vakantie-toeslag
Alleenstaande € 964,91 € 54,06 
Alleende ouder met kind tot 18 jaar € 1.198,05 € 69,50 
Gehuwd of samenwonend (beide partners 65 jaar of ouder) € 660,01 per AOW-gerechtigde € 38,62 
Gehuwd of samenwonend zonder partnertoeslag (partner jonger dan 65 jaar) € 660,01  € 38,62 
Gehuwd of samenwonend met volledige
partnertoeslag (partner jonger dan 65
jaar). Als de partner meer verdient dan €
1.187,57 bruto, ontvangt u geen toeslag
meer
€ 1.320,02  € 77,24 

Is het AOW-pensioen ingegaan vóór 1 februari 1994 en is de partner nog geen 65 jaar, dan gelden de volgende bedragen:

 Gehuwd of samenwonend  € 964,91 € 54,06 

Let op! De bedragen die hier genoemd worden, zijn volledige AOW-uitkeringen. Iemand die pas later in Nederland is komen wonen of een aantal jaren in het buitenland heeft gewoond, zal waarschijnlijk een lagere uitkering hebben

De genoemde bedragen zijn bruto maandbedragen. De Sociale Verzekeringsbank houdt belasting en premies in op het pensioen en ook de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering.

De vakantietoeslag wordt per maand opgebouwd en uitgekeerd in mei.

Naast het AOW-pensioen heeft iedere AOW’er recht op een tegemoetkoming. Deze AOW-tegemoetkoming is in 2007 bruto € 13,82 per maand.

Samenwonend en de AOW
Samenwonen is een breed begrip in de AOW. Iemand voert een gezamenlijke huishouding als hij met iemand anders een woning deelt (het hoofdverblijf in dezelfde woning heeft) én als beiden meebetalen aan de kosten van de huishouding of voor elkaar zorgt. Voor de AOW maakt het niet uit waarom of met wie iemand een gezamenlijke huishouding voert. Maar het kan wel gevolgen hebben voor uw AOW-uitkering. In de brochure ‘Samenwonen… of niet?’ legt de SVB uit wanneer er sprake is van een gezamenlijke huishouding.

Onvolledig AOW-pensioen
Als iemand na zijn 15e in Nederland komt worden, is de uitkering niet volledig. Ook bij tijdelijk of permanent verblijf in het buitenland, is de AOW-uitkering lager. Voor ieder jaar tussen 15 en 65 jaar dat iemand in Nederland woont, verminderd de AOW met 2%.

Vrijwillig verzekeren
Het is mogelijk om je vrijwillig te verzekeren voor de AOW bij de SVB Dit moet wel binnen een jaar na het einde van de verplichte verzekering voor de AOW. De verzekeringsduur van de vrijwillige verzekering is beperkt tot tien jaar. Deze beperking geldt niet als iemand op 31 december 2000 al vrijwillig verzekerd was.

Onder het minimuminkomen
De AOW voorziet in een basisinkomen voor mensen boven de 65 jaar. Als het inkomen daalt tot onder het sociaal minimum, dan kan er een beroep gedaan worden op de Wet werk en bijstand. Deze wet voorziet in een aanvulling van de AOW en/of pensioen tot het sociaal minimum.

Ouder dan vijftien toen de AOW werd ingevoerd
De AOW is op 1 januari 1957 ingegaan. Mensen die toen al 15 waren hebben geen verzekeringsjaren kunnen opbouwen tussen de 15e verjaardag en 1 januari 1957. In de AOW zijn daarom overgangsbepalingen opgenomen die ervoor zorgen dat die jaren toch als verzekerde jaren worden gezien. Om voor deze overgangsvoordelen in aanmerking te komen moet iemand:

  • na het bereiken van de 59-jarige leeftijd, al dan niet onafgebroken gedurende zes jaar in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba hebben gewoond (de zes jareneis);
  • de Nederlandse nationaliteit bezitten;
  • in Nederland wonen.

AOW-partnertoeslag
Partnertoeslag kan worden uitgekeerd als de partner jonger is dan 65 jaar. Die toeslag wordt alleen uitgekeerd als de jongste partner geen of weinig eigen inkomen heeft. Er wordt daarbij alleen gekeken naar het inkomen uit arbeid (een baan), of inkomen in verband met arbeid (een sociale uitkering of VUT). De toeslag stopt zodra de partner 65 jaar wordt en een eigen AOW-pensioen ontvangt.

De partnertoeslag wordt in 2015 afgeschaft. Dit heeft voor iedereen gevolgen die op of na 1 januari 1950 geboren zijn.

Maatregelen
Een tijdelijke teruggang in inkomen kan voorkomen worden door nu al maatregelen te nemen. Er zijn verschillende mogelijkheden:

  • de jongste partner gaat werken;
  • sparen op een gewone spaarrekening;
  • aanschaffen koopsompolis of spaarverzekering een koopsompolis of spaarverzekering of gaan beleggen. 

U hoeft nu geen maatregelen te treffen om de gevolgen van de afschaffing van de AOW-partnertoeslag in 2015 op te vangen, als:

  • de jongste partner verwacht tegen die tijd voldoende eigen inkomen te hebben;
  • u vanaf 2015 verwacht ook zonder extra voorzieningen te kunnen rondkomen. Dit kan het geval zijn als uw bestedingspatroon tegen die tijd sterk is veranderd, bijvoorbeeld omdat de hypotheek bijna is afgelost of de kinderen zelfstandig wonen;
  • het leeftijdsverschil tussen u en uw partner heel klein is en het dus om een relatief klein bedrag gaat.

AOW en wonen in het buitenland
Wanneer een werknemer in het buitenland gaat wonen of werken, dan is hij in de meeste gevallen niet meer verplicht verzekerd voor de AOW.

Uitzonderingen

  • De werknemer wordt door de Nederlandse overheid naar het buitenland uitgezonden.
  • De werknemer wordt door uw werkgever tijdelijk naar het buitenland uitgezonden op basis van een detacheringsverklaring.

Wanneer een werknemer voor vast werkt in het buitenland, is hij niet meer verzekerd voor de AOW. Voor ieder jaar dat hij niet verzekerd bent wordt de uitkering met 2 procent gekort. Een vrijwillige verzekering kan deze tekorten verkomen

Financiering AOW en vergrijzing
De Nederlandse samenleving vergrijst. Op termijn zijn er te weinig werkenden die voldoende premie bijeenbrengen voor de mensen die dan recht op een AOW-uitkering hebben.

Om ervoor te zorgen dat de werkenden van nu straks ook een AOW-uitkering kunnen ontvangen, is in 1998 een speciaal AOW-spaarfonds ingesteld. Daarin wordt jaarlijks geld gestort dat afkomstig is uit de belastinginkomsten. Waarschijnlijk heeft dit spaarfonds in 2020 een bedrag van 135 miljard euro in kas. Dat geld zal worden gebruikt om vanaf dat moment de AOW-uitkeringen deels te betalen.

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

2 reacties

Reageer