Bastian (NBBU): “De beeldvorming van flex is na 23 jaar hetzelfde gebleven. Treurig genoeg.”

0

Flex uit de negatieve sfeer halen. Dat stelde voorzitter Brigitte van der Burg zich ten doel bij haar aantreden dit jaar als voorzitter van branchevereniging NBBU. “Er wordt al te lang over flex gepraat alsof het geen echte banen zijn”, aldus Van der Burg en NBBU-directeur Marco Bastian in een interview met Flexmarkt.

Het nieuwe regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ domineert de nieuwsuitzendingen ten tijde van dit dubbelinterview voor Flexmarkt met voorzitter Brigitte Van der Burg en directeur Marco Bastian van de NBBU. Onder meer de Wet Werk en Zekerheid wordt vervangen en de wet DBA wordt aangepast. Voor zzp’ers onderzoekt de nieuwe regering of hun status een plek kan krijgen in het burgerlijk wetboek met de ondernemersovereenkomst, die schijnzelfstandigheid moet tegengaan.

Ex-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher is daar niet onverdeeld blij mee. De NBBU wel?
Van der Burg: “We zijn best positief. Het lijkt erop dat problemen in de arbeidsmarkt eindelijk benoemd worden. Nu is het afwachten of ze ook echt worden aangepakt. Maar het is wel een duidelijke breuk met het vorige kabinet. Het is goed dat de Wet Werk en Zekerheid en de wet DBA worden teruggedraaid. Die werkten niet. Daarnaast vinden we het fijn dat de regering in gesprek wil over een eerlijk arbeidsmarktbeleid met de sociale partners en partijen in het veld, zoals de NBBU.”

De branche benadrukt die handreiking van het kabinet om in gesprek te gaan nogal positief. Maar daar is toch niks nieuws aan?
Bastian: “Nee, dat klopt. Nederland heeft een lange traditie op dat vlak. Maar gezien de vorige bezetting van Sociale Zaken is het wel een trendbreuk. Vergeet niet dat het sociaal akkoord van 2013 achter gesloten deuren tot stand is gekomen. Er is toen niet naar de branche geluisterd.”

Wordt er te veel over in plaats van met de branche gesproken?
Bastian: “Er bestaan een hoop misverstanden over de branche. Positief zijn ze meestal niet. Als flexwerker doe je volgens de vakbonden en sommige politieke partijen geen echt werk. Dan heb je geen eerlijke baan. Dat zijn toch geen normale kreten? En het erge is: het wordt kritiekloos opgepakt. Door de media tot en met de minister aan toe. Wij vinden: flexwerk is ook eerlijk werk, je hebt gewoon een baan.” Van der Burg: “Uitzenden en andere goed gereguleerde vormen van flex worden enorm weggezet. Dat steekt, want uitzenders hebben een belangrijke functie op de arbeidsmarkt. Volgens een grote arbeidsmarktregio doet zeventig procent van de mensen die uit de bijstand gaan werken dat via een uitzendbureau. Ook bij WW’ers die weer gaan werken spelen we een cruciale rol. Onze achterban krijgt complimenten van gemeenten en UWV voor hun kleinschalige, sociaal betrokken aanpak en snelle werkwijze bij de banenopdracht. Dan past het niet om in landelijke discussies het vaste contract heilig te verklaren en flexwerk negatief weg te zetten.”

Brigitte van der Burg, voorzitter van de NBBU

Oud-politica Brigitte van der Burg is sinds maart 2017 de voorzitter van de NBBU, als opvolger van Bart-Jeroen Croll. Zij was lid van de Tweede Kamer voor de VVD van 2006 tot 2017. Als Kamerlid was ze onder andere voorzitter van de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarnaast adviseerde ze met haar bedrijf BritBurg Advies bedrijven, brancheverenigingen en overheden over ondernemerschap, sociale zekerheid en arbeidsmarkt.

Het negatieve sentiment komt ongetwijfeld ook doordat werknemers zelf het ‘vaste contract’ nog steeds als hoogste goed zien?
Van der Burg: “Het vaste contract is schijnzekerheid. Als jouw bedrijf omvalt, staat iedereen op straat. Ook de mensen met een vast contract. Dat hebben we de afgelopen jaren veelvuldig gezien. Sterker, dat is een economische wetmatigheid. Om de tien jaar verandert de helft van alle banen. Je moet meeveranderen met de arbeidsmarkt. Wat mensen belangrijk vinden, is inkomenszekerheid. Zorg dat mensen zo soepel mogelijk van werk naar werk kunnen. En zorg ook dat mensen met flexwerk gemakkelijker een hypotheek kunnen krijgen.”

De NBBU bestaat nu 23 jaar. Is de beeldvorming van flex in de loop der jaren veranderd?
Bastian: “De beeldvorming van flex is ongeveer hetzelfde gebleven. Treurig genoeg.”

Hoe kan het dat politici, media en vakbonden nog steeds niet begrijpen wat volgens jullie ‘flex’ is?
Bastian: “Omdat het zo complex is. Kijk je naar juridische contractvormen, dan kent flex maar een paar verschijningsvormen. Rafel je het uiteen op basis van commerciële proposities en de beleving van mensen, dan heb je oneindig veel vormen. We detacheren, we hebben het over zzp’ers, min-max contracten, nulurencontracten. Daarvoor zijn geen aparte juridische vormen, maar we doen het wel. Zo ontstaat de verwarring.”

Sinds november 2009 is Marco Bastian directeur van de NBBU. Hij is een ‘oude rot in het vak’: vanaf 1988 tot 1995 actief in verschillende commerciële en managementfuncties bij (destijds) ASB-Vedior en later ook bij BBB Uitzendorganisatie. Daarnaast heeft Bastian meer dan tien jaar ervaring als interim-manager en coach binnen de uitzendbranche.

Voor welke vormen van flex staat de NBBU?
Bastian: “Wij zijn van oudsher van uitzenden. En van payrolling, want dat hoort bij uitzenden. Dat gebeurt bij ons op een nette manier, volgens de uitzend-cao. Daarnaast zijn wij erg voor het bemiddelen van zzp’ers. Daarom zijn we ook voor de ondernemersovereenkomst, die in het regeerakkoord is aangekondigd. Die moet schijnzelfstandigheid en valse concurrentie tegengaan.” Van der Burg: “In principe staan we open voor elke vorm van flex met een juridische basis. Ook de nieuwe digitale arbeidsplatforms, zoals Werkspot of Marktplaats. Juridisch gezien zijn dat namelijk gewoon uitzendbureaus. Als ze voldoen aan normale omgangsvormen voor de arbeidsmarkt, kunnen ze lid worden. Dan vallen ze gewoon onder het SNA-keurmerk en worden ze gecontroleerd.”

Voor welke vormen van flex staat de NBBU niet?
Bastian: “Er zijn mensen met een nulurencontract bij één werkgever. Die mensen zitten thuis op de bank te wachten tot ze een telefoontje krijgen dat ze weer mogen komen opdraven. Deze vorm van flex, de min-max-contracten en nulurencontracten bij één werkgever, daar zijn we tegen. Dat is ook logisch, want onze achterban verdient geld met de uren die een kandidaat werkt bij een opdrachtgever. Als iemand thuis nul uren zit te werken, verdient een intermediair niks. Wij willen zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk aan het werk helpen.”

Welke punten wil de NBBU maken als de minister langskomt voor een gesprek?
Van der Burg: “Een punt van zorg is dat de regering payrolling dusdanig wil beknotten dat het minder goed uitzenders en inleners kan ontzorgen. Payrolling vervult een cruciale functie voor ondernemers, vooral mkb’ers. Het gaat om ondernemers met een paar man personeel in dienst die dagelijks tussen hun mensen staan te werken. Met de beste wil van de wereld kunnen mkb’ers nooit alle arbeidswet- en regelgeving bijhouden, dus het risico dat ze fouten maken is groot. Dan kun je als werknemer nog beter bij een payroller in dienst zijn. De kans dat je daar krijgt waar je recht op hebt, is beter controleerbaar dan bij een mkb-werkgever. Een payroller moet immers het SNA-keurmerk hebben en wordt steeds geïnspecteerd.”

Wat is jullie voornaamste functie voor de leden, naast het lobbywerk in Den Haag?
Van der Burg: “Wij lobbyen ook in de regio. Bijvoorbeeld door onze leden in platforms te verenigen, zodat ze kunnen meedingen naar overheidsaanbestedingen waarvoor ze individueel te klein of gespecialiseerd zijn. We stappen desnoods naar de rechter om aanbestedingen aan te vechten als we vinden dat onze achterban onterecht is genegeerd. Daarnaast zijn we voor veel leden een verlengstuk van hun bedrijf als het gaat om informatie over ontwikkelingen in de branche. Onze servicedesk met arbeidsmarktjuristen en fiscalisten behandelt vijfentwintig duizend vragen per jaar. We organiseren netwerkbijeenkomsten en we geven trainingen. Over nieuwe wet- en regelgeving. Over cao’s. Maar ook over innovatie en nieuwe businessmodellen, samen met Nyenrode.”

Innovatie is een van de speerpunten in het beleid van de NBBU, net als duurzame inzetbaarheid en arbeidsmigratie. Op alle drie terreinen zit de arbeidsmarkt in een transitie, zegt de NBBU. Wanneer is die transitie klaar?
Bastian: “Het wordt voorlopig niet rustig. We weten maar half wat er op ons af komt. Artificial intelligence, big data, blockchain. Het heeft allemaal invloed op ons vak. De digitale revolutie heeft elke andere klassieke intermediair weggevaagd. Wat betekent dat voor onze branche? Voorlopig zijn mensen nog altijd beter dan computers in het doorgronden van andere mensen. Maar we weten niet hoe dat zich gaat ontwikkelen.” Van der Burg: ‘We zitten nu in de AI-revolutie. Veel mensen zijn bang dat er banen verdwijnen. Die angst is er altijd bij dit soort omwentelingen, maar dat is meestal onterecht. Er komen niet minder banen, wel andere banen. Dat betekent dat je de groep mensen die er midden in zit, moet begeleiden naar ander werk. Daarin vervult onze achterban een belangrijke rol.”

Bij- en omscholen is ook de strategie om mensen duurzaam inzetbaar te houden. Deze week bleek uit onderzoek dat 55-plussers daarin helemaal geen zin hebben.
Van der Burg: “Het klopt dat veel mensen ongenoegen voelen bij de gedachte dat ze ‘terug naar de schoolbanken’ moeten. Maar je kunt ook heel creatief en spelenderwijs leren. Met e-learning, met beelden, met situational games. De branche voor benzinepompmedewerkers heeft een leuke game ontwikkeld om veiligheid op de werkvloer te trainen. Medewerkers spelen die game in hun vrije tijd en kunnen ook nog een tegoedbon verdienen. Dat is een mooie oplossing.” Bastian: “Daarnaast moeten de O&O-fondsen op de schop. Nu is het voor werknemers vaak lastig om aanspraak te maken op een opleidingsbudget als ze zich willen omscholen naar een andere branche. Dat komt omdat de fondsen per sector zijn verdeeld. Er zou een groot opleidingsfonds moeten komen voor alle sectoren. Dat is geen leuke boodschap voor de fondsen, maar het is echt nodig.”

En jullie beleid ten aanzien van arbeidsmigratie? Is er sprake van oneerlijke concurrentie?
Bastian: “We wonen in Europa. We hebben hier vrij verkeer van goederen en mensen. Gelukkig maar, want wij hebben in Nederland veel mensen nodig. Wees blij dat we arbeidsmigranten kunnen halen uit andere EU-landen.” Van der Burg: “Natuurlijk moet je wel kijken naar de uitwassen en de valse concurrentie. Maar de excessen zijn altijd veel kleiner dan de voordelen.”

Wordt er voldoende gehandhaafd?
Bastian: “Ja, door de branche zelf wel. Maar nog onvoldoende door de overheid. Het samenspel met de SNCU [Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten, red] en SNA [Stichting Normering Arbeid, red] in samenwerking met de inspectie SZW op gebied van handhaving functioneert goed. Handhaving vanuit de inspectie mag worden opgevoerd  Onze leden worden geïnspecteerd en gekeurd. Zij houden zich aan het SNA-keurmerk en de cao.”

Over de cao gesproken: die van de NBBU en de ABU worden in 2019 op elkaar afgestemd. De ABU spreekt meteen van de mogelijkheid dat jullie ooit samengaan. Is dat denkbaar?
Bastian: “Absoluut niet. Onze leden willen dat ook helemaal niet. We werken samen waar we kunnen, maar we gaan niet fuseren. Wat de cao betreft: de tekst mag gelijkluidend worden, maar we houden ons eigen domein.” Van der Burg: “Ook in de lobby naar Den Haag heeft onze achterban andere belangen. Een grootbedrijf kan specialistische wet- en regelgeving best aan. Een mkb’er niet. Niet voor niks komt er nu een mkb-toets voor nieuwe wetgeving.” Bastian: “Maar het grootste obstakel is het cultuurverschil. Wij zijn een echte werkgeversvereniging met laagdrempelige service en een informele sfeer. Dat is niet voor niks: onze leden zijn 23 jaar geleden boos uit de ABU getreden. De kleine uitzendondernemingen voelden zich door de ABU niet gezien en niet gehoord.”

De boosheid zit er na 23 jaar nog steeds een beetje?
Bastian: “Bij sommige leden wel. Niet echt boosheid, maar ze hoeven gewoon weinig met de ABU te maken te hebben.” Fuseren hoeft ook niet, want de NBBU groeit naar eigen zeggen? Van der Burg: “De NBBU heeft nu twaalfhonderd leden en dat worden er elk jaar meer. In omzet groeien zij bovendien sneller dan de branche. Wij willen de komende jaren met onze leden een steeds intensievere band opbouwen en onze invloed in de sector nog veel meer vergroten.”

Dit interview is geschreven door Frans Tilstra in opdracht van Flexmarkt en is onlangs gepubliceerd in de decembereditie van Flexmarkt.

Over Auteur

Reageer