Komt de rekening van fouten bij de aanmelding van uitzendkrachten bij StiPP niet te eenzijdig bij uitzendondernemingen terecht, zo vraagt Hendarin Mouselli (VRF Advocaten) zich af.
Sinds begin dit jaar lijkt StiPP weer eens op stoom te zijn gekomen. Opeens zijn er allerlei controles bij uitzendondernemingen. Een rode draad in die controles is dat uitzendondernemingen in een aantal gevallen geen rekening zou hebben gehouden met het arbeidsverleden van uitzendkrachten. Terwijl dat volgens de StiPP-bestanden, zoals achteraf tijdens een controle blijkt, wel had gemoeten. De uitzendonderneming had de uitzendkracht bij indiensttreding niet in de Basisregeling moeten aanmelden, maar in de Plusregeling. Een pensioenclaim volgt. Hoe zit dat nu?
Arbeidsverleden
In bijna alle gevallen heeft de uitzendonderneming wel degelijk het arbeidsverleden opgevraagd bij de uitzendkracht. Dat is zelfs schriftelijk vastgelegd, maar de uitzendkracht blijkt achteraf de uitzendonderneming incorrect te hebben geïnformeerd. In mijn visie is het te gemakkelijk om de rekening volledig voor risico van de uitzendonderneming te laten komen.
BSN
Allereerst leeft de uitzendkracht de informatieverplichting voorvloeiende uit artikel 4 ABU- en NBBU-cao’s niet na. Hij of zij heeft immers incorrecte of onvolledige informatie verstrekt aan de uitzendonderneming over zijn of haar arbeidsverleden. Ten tweede is StiPP hier ook nalatig. Want als een uitzendkracht wordt aangemeld bij StiPP in de Basisregeling, had StiPP als geen ander kunnen weten dat de uitzendkracht in de Plusregeling moest worden aangemeld. StiPP had zelf ook aan de bel kunnen trekken bij de uitzendonderneming, toen de uitzendkracht werd aangemeld. Bij de controles blijkt immers dat StiPP dat heel goed kan. Dus waarom niet ‘aan de poort’? Aan de hand van een uniciteitskenmerk, het BSN, kan StiPP eenvoudig vaststellen of de uitzendkracht eerder was aangemeld bij StiPP.
StiPP had zelf ook aan de bel kunnen trekken
Aan dit verweer heeft StiPP echter geen boodschap. De reactie van StiPP is: zorg er maar voor dat de uitzendkracht (voorafgaand aan de indiensttreding) inlogt via zijn DigiD en laat zien of er wel of geen StiPP pensioen is opgebouwd. Ik vraag mij af of dit wel in lijn is met de AVG, zeker als de kandidaat deze inzage zou moeten verstrekken voorafgaand aan de indiensttreding. Een grond hiervoor heb ik nog altijd niet gevonden.
Natuurlijk betreft het hier een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds en heeft StiPP vergaande bevoegdheden. Als er te weinig pensioenpremies zijn afgedragen, moet dat inderdaad worden gecorrigeerd. De vraag is echter of de handelwijze van StiPP juridisch correct is en of de rekening volledig op de deurmaat van de uitzendonderneming moet vallen. Te meer omdat de uitzendkracht in beginsel de uitzendonderneming incorrect of onvolledig informeert én StiPP de onderneming ook niet informeert over de beschikbare informatie, terwijl het juist StiPP is die beschikt over alle gegevens. Bovendien zal de uitzendonderneming niet altijd eenvoudig de deelnemersbijdrage met terugwerkende kracht nog in rekening kunnen brengen bij de uitzendkracht. Zeker als de uitzendkracht inmiddels ook uit dienst is. Ik ben benieuwd welke rechter zich hier een keer over gaat buigen!
Deze blog werd gepubliceerd in de oktober editie van Flexmarkt-magazine. Flexmarkt magazine is digitaal beschikbaar voor abonnees van Flexmarkt pro.
1 reactie
Goed punt Hendarin!
Ik ben ook benieuwd. Wij vragen er expliciet om hoe lang ze bij het andere bureau gewerkt hebben als uitzendkracht dan weten we al genoeg. Dat zou een optie kunnen zijn voor anderen.