Aansprakelijkheid zit soms in kleine dingen

0

Een werkgever moet er zoveel mogelijk aan doen om schade van de werknemer
te voorkomen. Een kleine investering in veilige werkomstandigheden kan soms
grote ellende voorkomen. Een ongeluk zit immers ook vaak in een klein hoekje, of
– zoals in deze zaak – in een klein huishoudtrapje.

Werknemer Thijs, verkoper bij een automatiseringsbedrijf, is ter promotie van een software-pakket op een beurs. Daar wil hij promotiemateriaal ophangen. Hij heeft van zijn werkgever wel posters en plakband gekregen, maar niet het huishoudtrapje waar hij om heeft gevraagd. De werkgever heeft geen trapje en vindt dat ook niet zo nodig. Aangekomen op de beurs wil Thijs zijn stand klaar maken. Ook daar is geen trapje aanwezig. De beursorganisatie heeft wel een ladder. Hij voelt er niet veel voor, maar besluit bij gebrek aan beter toch maar op het aanbod in te gaan. Bij het ophangen van de eerste poster slaat meteen het noodlot toe. De ladder glijdt weg op de gladde vloer en Thijs komt lelijk ten val. Hij raakt arbeidsongeschikt en probeert zijn schade vergoed te krijgen van de werkgever. Die wil niet betalen. Een juridische procedure moet uitkomst brengen.

Bedrijfsongeval
De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer toe, waarna de werkgever in hoger beroep gaat. Het gerechtshof buigt zich allereerst over de vraag of het ongeval heeft plaatsgevonden tijdens de werkzaamheden van Thijs. De werkgever vindt van niet. Deze stelt dat het ophangen van posters geen taak was van de werknemer. Het ging hier om een workshop voor vakspecialisten en niet voor een breed publiek. Thijs moest een software-pakket demonstreren en niet een stand inrichten. Het ophangen van posters was dus niet nodig.

Deze redenering volgend, was er sprake van een eigen initiatief van Thijs. De werkgever stond daar buiten. Maar het Hof kan zich niet vinden in dit enigszins ‘gezochte’ betoog. Thijs is door zijn werkgever naar de beurs gestuurd en heeft het promotiemateriaal meegekregen. Het is dan logisch dat het materiaal ook wordt gebruikt. Posters moeten daarbij – als blikvanger voor bezoekers – op een bepaalde hoogte worden opgehangen. Dit houdt een zeker risico in en de werkgever had dat moeten weten. Het ophangen van posters, ook zonder uitdrukkelijke opdracht, past bij een flexibele en inventieve verkoper. Conclusie: er is sprake van schade door een bedrijfsongeval. Daarvoor is de werkgever op grond van de wet aansprakelijk, tenzij hij aan zijn zorgplicht voor een veilige werkplek heeft voldaan.

Simpel
De vraag is in hoeverre de werkgever hier heeft gefaald. Het Hof overweegt dat een huishoudtrap veel minder gevaarlijk is dan een ladder. De aanschaf vergt ook maar een kleine investering. De werkgever had het risico op een ongeval dus makkelijk kunnen beperken door, tegelijk met de posters en het plakband, een simpel huishoudtrapje trapje ter beschikking te stellen. Door dit na te laten is hij aansprakelijk en moet hij de schade van Thijs vergoeden.

Hoge Raad, 16 maart 2007
Bron: JAR 2007/92

De volledige uitspraak 

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer