Minister Kamp (SZW) informeert in een brief de Tweede Kamer over de voortgang in de aanpak van malafide uitzendbureaus. Volgens Kamp moet de uitzendbranche transparanter en de controle op uitzendbureaus groter worden.
Kamp komt in zijn brief tot de conclusie dat de handhaving en opsporing van malafide uitzendbureaus versterkt moet worden en dat de transparantie van de uitzendbranche moet worden vergroot. De registratieplicht is de eerste stap die is gezet om de transparantie te vergroten.
Inspecties
Inspectie SZW heeft inmiddels 232 inspecties gedaan. Als aanvulling hierop is interventieteam AMU opgericht die inmiddels 15 invallen bij uitzendbureaus heeft gedaan. AMU gaat een top 100 opstellen met uitzendbureaus die de meeste potentie hebben tot malafiditeit, in het najaar gaat het interventieteam systematisch die top 100 af.
Transparantie
De huidige uitzendbranche kenmerkt zich door zelfregulering, ondersteund door publieke handhaving. Volgens Kamp is de uitzendbranche zelf aan zet wat betreft de bevordering van transparantie. Dit moet gebeuren door middel van handhaving op naleving van de cao’s en door aanscherping van het SNA-Certificaat.
SNA-Certificering
Volgens Kamp moet het onderscheid in de SNA certificering groter worden omdat gecertificeerde uitzendbureaus wet- en regelgeving overtreden. ‘Meer onderscheid leidt tot aanscherping van de norm, het sneller moeten voldoen aan de eisen van het certificaat en tot intensivering van inspecties. De sector beziet daarnaast de mogelijkheid van een inspectie bij inlenende partijen (controles op de werkplek) en zal aanvullende eisen gaan stellen aan de geaccrediteerde inspectie-instellingen om de kwaliteit van de inspecties en de inspecteurs te verhogen’, aldus Kamp. SNA heeft inmiddels een plan van aanpak, inclusief planning vastgesteld.
Vergunning
Herinvoering van vergunningplicht in de uitzendbranche heeft volgens Kamp geen toegevoegde waarde. Kamp schrijft: ‘Een vergunningplicht heeft mogelijk forse implicaties voor het huidige systeem van de publiek/private samenwerking. Het risico bestaat dat de inspanningen die nu in gang zijn gezet door de private sector door hen weer worden afgebouwd en stopgezet. Dat zou niet goed zijn, omdat alleen via intensieve samenwerking tussen de branche en de overheid malafide praktijken kunnen worden uitgebannen.’
