Eis arbeidsvergunning Poolse werknemers terecht gesteld

0

Het eisen van een tewerkstellingsvergunning voor Poolse werknemers die via een uitzendbureau tijdelijk in Nederland werkten, is volgens het Hof van Justitie niet in strijd met het vrij verkeer van werknemers.

De vergunningen mochten geëist worden op grond van een overgangsregeling die Nederland en Polen hebben afgesproken.

De situatie

In deze zaak hebben drie Poolse bedrijven, via Poolse uitzendorganisaties, werknemers met de Poolse nationaliteit tewerkgesteld in Nederland. De Arbeidsinspectie heeft de bedrijven namens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2006 boetes opgelegd omdat de werknemers geen werkvergunning hadden. De ondernemingen zijn in beroep gegaan tegen de boetes van respectievelijk € 16.000, € 24.000 en € 160.000. Zij zijn van mening dat het verplicht stellen van een werkvergunning voor deze medewerkers in strijd is met het vrij verkeer van werknemers.

De prejudiciële vragen

De Raad van State, de hoogste bestuursrechter in Nederland, vraagt tijdens het proces het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg of het ministerie de arbeidsvergunningen mocht eisen. De rechter had al opgemerkt dat de beperking van het vrij verkeer van werknemers kan worden toegestaan als de bescherming van de nationale arbeidsmarkt hierom vraagt.

De antwoorden van het Hof van Justitie

Het Hof oordeelt dat het eisen van de arbeidsvergunningen niet in strijd is met het vrij verkeer van werknemers. Op grond van het Europees recht mochten lidstaten afspraken maken om de toegang van onderdanen tot elkaars arbeidsmarkt te regelen. De afspraken in kwestie, over de arbeidsvergunning, mochten worden gemaakt in het kader van een overgangsregeling die Polen met Nederland heeft afgesproken na de toetreding van Polen tot de Europese Unie in 2004.

Het Hof specificeert nog in haar antwoorden dat de Poolse werknemers in dienst zijn gebleven van de Poolse ondernemingen en slechts voor bepaalde tijd zijn uitgezonden. Er is dus geen sprake van een arbeidsovereenkomst met een Nederlands bedrijf.

Met deze uitspraak van het Hof kan de Raad van State een uitspraak in de zaak doen. Het is waarschijnlijk dat het beroep van de Poolse ondernemingen wordt afgewezen.

Bron:
JAR 2011/23 (C-307/09/308 en 309)
Hof van Justitie EU
Werkvergunning Poolse werknemers
Prejudiciële vraag
10 februari 2011

Door mr. Ingrid Kooijman

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer