Minimumloongrens naar 21 jaar, minimumjeugdloon stijgt

0

Per 1 juli 2019 hebben werkenden vanaf 21 jaar recht op het minimumloon. Daarnaast gaat het minimumjeugdloon van 18- tot en met 20-jarigen per 1 juli 2019 omhoog. Een overzicht van het wettelijk minimumloon, minimumuurloon en het minimumjeugdloon dat vanaf 1 juli 2019 gaat gelden.

 Wettelijk minimumloom

Het wettelijk minimumloon (Wml) voor werkenden vanaf 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband is per 1 juli 2019:

  • € 1.635,60 per maand
  • € 377,45 per week
  • € 75,49 per dag

Minimumuurloon

Het bruto minimumuurloon voor werkenden vanaf 21 jaar en ouder bij een fulltime dienstverband van resp. 36, 38 of 40 uur bedraagt per 1 juli 2019:

  • 36-urige werkweek: € 10,49
  • 38-urige werkweek: € 9,94
  • 40-urige werkweek: € 9,44

Minimumjeugdloon

Het wettelijk minimumjeugdloon bedraagt per 1 juli 2019:

  • 20 jaar: € 1.308,50 per maand
  • 19 jaar: € 981,35 per maand
  • 18 jaar: € 817,80 per maand
  • 17 jaar: € 646,05 per maand
  • 16 jaar: € 564,30 per maand
  • 15 jaar: € 490,70 per maand

Leeftijdsgrens minimumjeugdloon omlaag

De overheid verlaagt sinds 1 juli 2017 stapsgewijs de leeftijd waarop werknemers het volledige minimumloon krijgen van 23 naar 21 jaar. De leeftijdsgrens van het minimumjeugdloon ging op 1 juli 2017 omlaag van 23 naar 22 jaar. Op 1 juli 2019 daalt hij een tweede en laatste keer, van 22 naar 21 jaar. Dit wordt dan de nieuwe leeftijdsgrens voor het minimumjeugdloon.

Stijging minimumjeugdloon

Daarnaast gaat het minimumjeugdloon van werknemers tussen de 18 en 21 jaar in twee stappen omhoog. Op 1 juli 2017 steeg het vaste percentage van het wettelijk minimumloon voor 18- tot en met 21-jarigen. De tweede stap gaat in vanaf 1 juli 2019. De vaste percentages van het wettelijk minimumloon nemen dan verder toe voor 18-, 19- en 20-jarigen. De stijgingen zijn respectievelijk van 47,5 naar 50%, 55 naar 60% en 70 naar 80% van het minimumloon. Alle percentages vindt u hier.

Compensatie voor werkgevers

Als werkgever moet u dus voortaan meer loon betalen aan 18- tot en met 22-jarigen. De regering wil voorkomen dat dit zorgt voor minder werkgelegenheid voor jongeren. Vandaar dat ze voor een stapsgewijze invoering van de lagere minimumloonleeftijd en het hogere minimumjeugdloon koos. Daarnaast kunnen werkgevers, uitgaande van de situatie vanaf 1 juli, een deel van de loonkostenstijging terugkrijgen voor 21- en 22-jarigen die meer dan 1.248 uur per kalenderjaar werken. Hiervoor kunnen ze een beroep doen op het Lage-inkomensvoordeel (LIV).

Jeugd-LIV

Vanaf 1 juli kunnen werkgevers voor het hogere minimumjeugdloon voor 18- tot 21-jarigen een deel van de loonkostenstijging terugkrijgen met de Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon. Deze staat ook wel bekend als jeugd-LIV. Het jeugd-LIV is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die jongere werknemers (18 tot en met 21 jaar) in dienst nemen en houden. Dit is een compensatie voor de verhoging van het minimumjeugdloon.
Ook hoeft het verhoogde minimumjeugdloon niet betaald te worden aan 18-, 19- en 20-jarigen die een leerwerkplek hebben.

Lees ook: LKV en LIV ook interessant voor intermediairs

Loonkostenstijging

Vraag de genoemde compensaties tijdig aan, zodat u niet met een plotseling sterke stijging van loonkosten te maken krijgt. Houd er daarnaast in uw personeelsbeleid en –administratie rekening mee dat werknemers vanaf 21 vanaf 1 juli 2019 onder het minimumloon vallen.

Bronnen: Rijksoverheid/PW.

Lees ook: Minimumloon per 1 januari 2019

 

Over Auteur

De redactie van Flexmarkt zorgt er gezamenlijk voor dat jij op de hoogte blijft van inspirerende en vooral betrouwbare vakinformatie over gerelateerde onderwerpen op gebied van flexwerkers, ondernemen, payroll en de uitzendbranche.

Reageer