De personeelstekorten zijn inmiddels niet alleen groot in de bekende krappe sectoren, maar slaan over naar de voorheen ‘ruime’ beroepen, sectoren waar voorheen nog wel mensen voor te vinden waren. Van intercedent tot bouwvakker: het personeelstekort breidt zich uit als olievlek.
Dat concludeert ABN AMRO op basis van de eigen Arbeidsmarktindicator die de bank vandaag heeft gepubliceerd.
Eind januari is bijna 16% van de vacatures onvervulbaar, als rekening wordt gehouden met de beroepsvoorkeuren en reisbereidheid van werkzoekenden.
Meer ‘zeer krappe beroepen’
Opvallend is dat vorig jaar de krapte op de arbeidsmarkt vooral is toegenomen bij ‘ruime beroepen’, waarbij het eerder nog relatief weinig moeite kostte om geschikte arbeidskrachten te vinden. Het personeelstekort lijkt zich dus als een olievlek over de arbeidsmarkt uit te breiden. In 2020 was bijna de helft van de beroepen ‘zeer ruim’ (<1% van de vacatures onvervulbaar), terwijl bij minder dan een kwart van de beroepen zeer grote krapte heerste (15 – 50% van de vacatures onvervulbaar). Begin 2022 is het aandeel zeer ruime beroepen afgenomen tot een derde en is het aandeel zeer krappe beroepen toegenomen tot iets minder dan een derde.
Groeispurt economie
Het feit dat de krapte op de arbeidsmarkt zich nu in óók in beroepen voordoet waarvoor voorheen eenvoudig personeel was te vinden, kan worden verklaard doordat de economie in 2021 hard is gegroeid toen verschillende sectoren weer open gingen. Deze groeispurt leidde tot een sterke stijging van de vraag naar personeel. In beroepen die van ‘zeer ruim’ naar ‘krap’ zijn gegaan, blijkt de stijging van vacatures veel groter dan elders. Voor deze categorie is sprake van een verdrievoudiging (220%), terwijl dit voor de totale arbeidsmarkt ‘slechts’ 20% bedraagt.
Verschuivingen aan de aanbodzijde – werkzoekenden die zich heroriënteren op beroepen waar het uitzicht op werk gunstiger is – spelen hierbij volgens ABN AMRO een minder grote rol. Hoewel in 2021 meer mensen van baan wisselden, heeft dit niet geleid tot een sterkere daling van werkzoekenden in beroepen met traditioneel lagere baankansen.
Aanbodzijde stimuleren cruciaal
Naar verwachting heeft de krapte op de arbeidsmarkt, mede door de vergrijzing, een structureel karakter. Dit geldt vooral in beroepen waar de mogelijkheden van automatisering klein zijn en waarvoor de vereiste vaardigheden complex zijn. De urgentie om dit vraagstuk het hoofd te bieden, neemt volgens ABN AMRO alleen maar toe, omdat veel grote beleidsdossiers van het nieuwe kabinet – zoals de bouwopgave en de energietransitie – juist vragen om méér personeel. Naar schatting zijn hiervoor 100.000 extra arbeidskrachten nodig. “Nu alles erop wijst dat de krapte op de arbeidsmarkt langer aanhoudt, is het cruciaal om de aanbodzijde te stimuleren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door arbeidskrachten van werk naar werk te begeleiden. Maar ook voor mensen die al langere tijd niet werken geldt: er is weinig zo kansrijk als een werkgever die geen keus heeft. Ook werknemers met een groot gat in hun cv maken nu kans”, vertelt Sandra Phlippen, hoofdeconoom van ABN AMRO. “Ook het invoeren van een deeltijd-ww kan de arbeidsmobiliteit stimuleren. Dit zal aan het einde van de NOW-steun tot een stijging van het arbeidsaanbod leiden.”
Lees ook: UWV: ruim de helft vacatures zijn moeilijk vervulbaar
Volg Flexmarkt op LinkedIn: