De ABU en de vakbonden FNV Flex, CNV Vakmensen, LBV en De Unie hebben een principeakkoord gesloten over de nieuwe cao voor uitzendkrachten.
De komende weken legt de ABU het onderhandelingsresultaat voor aan de leden. Als zowel de ABU-leden als de vakbondsleden instemmen met het resultaat, gaat de cao in op 5 november a.s.
Arbeidsvoorwaarden inlener
In het kader van de inlenersbeloning is afgesproken dat uitzendkrachten meer duidelijkheid krijgen over hoe hun beloning is opgebouwd. Daarom worden uitzendbureaus verplicht de uitzendkracht juist en volledig te informeren over loon, toeslagen en onkostenvergoeding zoals die bij de inlener gelden. Dat zijn de beloningsonderdelen waar ook uitzendkrachten recht op hebben.
De ABU wijst erop dat de afspraken moeten leiden tot meer duidelijkheid voor uitzendkrachten én tegelijk de toepassing voor uitzendondernemingen moet vergemakkelijken. Verder voorziet de ABU-CAO per 1 april 2018 in rekenregels om de inlenersbeloning eenduidig te bepalen. Tenslotte inventariseren ABU en vakbonden de beloningsafspraken bij de partijen bij de diverse inleen-cao’s. Alles is erop gericht om de toepassing van de beloningsregels te vergemakkelijken en te verduidelijken. Dat bevordert de naleving van de cao, zo stelt de ABU.
Terugwerkende kracht geld vorderen
Als het salaris niet klopt, kunnen uitzendkrachten volgens de nieuwe cao met terugwerkende kracht geld vorderen als niet de juiste informatie is verstrekt. Voorheen was dit uitgesloten. Hierdoor zal handhaving van -gelijk loon voor gelijk werk- beter worden, meent FNV.
Niet onbeperkt beschikbaar
De nieuwe cao bevat volgens de ABU ook afspraken, in lijn met het recente regeerakkoord, die moeten zorgen voor een goede balans tussen inkomenszekerheid voor de uitzendkracht en de gevraagde beschikbaarheid voor de uitzendonderneming. Zo wordt bijvoorbeeld vastgelegd dat uitzendkrachten vrij zijn elders werkzaamheden te verrichten en wordt het gemakkelijker om meerdere banen te combineren.
Concreet betekent dit dat een uitzendkracht volgens de nieuwe cao niet ‘onbeperkt beschikbaar hoeft te zijn zonder te weten of hij uren kan maken’, zo legt de FNV het uit. Een uitzendkracht kan dan dus niet zomaar ontslagen worden als hij niet kan ingaan op een oproep voor werk omdat hij elders werkt op dat moment. Als een uitzendkracht een minimaal aantal uren beschikbaar moet zijn, moet dat in verhouding staan met het aantal dagen en verspreiding over een week. Een uitzendkracht 5 dagen laten wachten voor 3 uur werk, kan dan niet zonder meer.
Huisvesting arbeidsmigranten
Daarnaast wordt onderzocht of het puntensysteem voor huurwoningen ook voor de huisvesting van arbeidsmigranten gehanteerd kan worden. Het puntensysteem legt een relatie tussen prijs en kwaliteit.
In 2019 één cao
Onder de ABU cao voor uitzendkrachten vallen 700.000 uitzendkrachten. Daarnaast is er nog de NBBU-cao voor uitzendkrachten, waaronder 70.000 uitzendkrachten vallen. Deze NBBU-cao loopt ook tot 1 juni 2019. Het is de bedoeling dat beide cao’s voor uitzendkrachten vanaf 1 juni 2019 worden samengevoegd.
ABU tevreden
De ABU is tevreden met het bereikte resultaat. ABU-directeur Jurrien Koops: “De ABU hecht groot belang aan een kwalitatief goede cao met een lange looptijd. Het resultaat dat er nu ligt, geeft een prima balans tussen flexibiliteit en zekerheid. In lijn met wat het nieuwe kabinet wil. Daarnaast biedt dit resultaat een mooie basis voor het vervolg: één cao voor de uitzendbranche met als doel een gelijk speelveld voor de arbeidsvoorwaarden van alle uitzendkrachten.”
Noot van de redactie: de huidige ABU-cao voor uitzendkrachten loopt op 5 november a.s. af.