Verandert ‘organisatorische inbedding’ het zzp-landschap?  

0

Met spierballentaal kondigde minister Van Gennip in december 2022 aan dat ze een nieuw criterium in de wet gaat verankeren, namelijk de organisatorische inbedding van werk bij de arbeidsovereenkomst. Zal dit criterium dan eindelijk verandering opleveren in het zzp-landschap? Hendarin Mouselli (VRF Advocaten) betwijfelt dat.

Daar gaat de ‘Gouden Eeuw’ voor de ‘zelfstandigenpraktijk’. Commissie Borstlap en advocaat-generaal De Bock hadden ook al gepleit voor de introductie van dit criterium. Van Gennip kon dus niet achterblijven. Zal dit criterium dan eindelijk verandering opleveren in het  zzp-landschap? Ik betwijfel dat. Vergis je daarentegen niet in de bijeffecten van het criterium van organisatorische inbedding. Daar waar deuren sluiten, openen ook weer nieuwe deuren.

Lees ook: Werk ‘organisatorisch ingebed’? Dan geen zzp

Positief voor detacheerders

Denk aan de detacheerders. Die ‘schreeuwen’ al enige tijd moord en brand dat ze niet uitzenden. Het criterium van organisatorische inbedding kan voor detacheerders nog wel eens de ‘wonderlamp van Aladdin’ worden. Eindelijk erkenning dat ze ‘gewone werkgevers’ zijn in plaats van uitzendwerkgevers. Immers, als een detacheerder een IT’er aan mijn advocatenkantoor detacheert, dan is verdedigbaar dat het werk dat wordt verricht door de IT’er niet organisatorisch is ingebed in mijn advocatenkantoor, maar juist bij de detacheerder. De kernactiviteiten van een advocatenkantoor bestaan namelijk uit adviseren, procederen en het verlenen van juridische dienstverlening en zeker niet uit IT-dienstverlening of software development.

Of denk aan een bank. Volgens mij is een bank anno 2023 nog steeds een financiële instelling waar je geld tegen rente kunt uitzetten, die kredieten verleent, valutahandel bedrijft enz. Een bank is op zichzelf geen IT-bedrijf. Als je daar een IT’er detacheert, ook als die op locatie van de bank en ook met bepaalde middelen van de bank werkzaam is, dan is het niet ondenkbaar dat je met het criterium van organisatorische inbedding van werk kunt betogen dat het werk van de gedetacheerde organisatorisch is ingebed in de onderneming van de detacheerder en niet binnen de onderneming van de bank. Zeker als het gaat om specialistisch werk en expertise die de bank niet zélf ‘in house’ heeft.

Element ‘gezag’

Als ervanuit wordt gegaan dat voor het element ‘gezag’ beslissend gaat zijn of de werkzaamheden organisatorisch zijn ingebed bij de werkverschaffer en of zij een wezenlijk onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering, dan ga je op dit moment de mist in. De huidige wetgeving biedt immers onvoldoende soelaas, omdat één enkel element niet doorslaggevend is voor het bestaan van een gezagsverhouding. Daarom heeft naar mijn inschatting de Hoge Raad tot nu toe het advies van De Bock over het criterium van de organistische inbedding niet overgenomen. Dat is de taak van de wetgever.

Als de wetgever het nieuwe criterium van organisatorische inbedding van werk in de wet gaat verankeren, zal er goed nagedacht moeten worden over de formulering van het criterium alsmede de relatie tot het gezagscriterium. Ook de neveneffecten op andere bijzondere arbeidsovereenkomsten zoals de payrollovereenkomst dienen niet uit het oog te worden verloren. Als daar onvoldoende aandacht voor is, vrees ik dat we van de regen in de drup raken. Be careful what you wish for!

Deze blog wordt gepubliceerd in de komende editie van Flexmarkt-magazine. Flexmarkt magazine is digitaal beschikbaar voor abonnees van Flexmarkt pro.

Over Auteur

Reageer