‘De coronacrisis dwingt flexondernemers tot innovatie’

0

De ambitieuze omzetdoelstelling is een jaar verschoven, maar René Louwers is met zijn Orion Engineering niet stil blijven zitten tijdens de coronacrisis. En over 2021 is hij ‘zeer positief’. Volop werk in de detacheringsbranche voor technici de komende jaren.

Dit is het tweede deel van een serie interviews met flexondernemers over ‘het coronajaar 2020 en de verwachtingen voor 2021’ die Flexmarkt publiceert.

Hoe stond Orion ervoor voordat de coronacrisis uitbrak?
“Heel goed. We hadden net een periode van groei achter de rug. Dat bracht veel veranderingen met zich mee – alles moest groter, nieuwe kantoren, et cetera. De grootste uitdaging was het op de juiste manier vasthouden van de groei, dus zonder dat we aan kwaliteit inboeten en medewerkers of klanten ontevreden worden.”

En toen kwam corona…
“Ja, in het begin was het heel onzeker. Hoe lang gaat het duren? Wat zijn de effecten? In april 2020 werd het concreter wat de negatieve effecten van de lockdown waren.
Dus ook wij zijn ook overgegaan op thuiswerken, maar na drie of vier weken zagen we dat de productiviteit van de mensen in de business hard terugliep. Vooral voor  jongere sales-medewerkers bleek het heel moeilijk om de hele dag thuis enthousiast en productief te blijven. Die zitten zeven dagen in de week thuis, kunnen nergens heen en worden daar ongelukkig van. Onze kantoren zijn ruim opgezet, dus hebben we voorzieningen getroffen én deze ingericht op 1,5 meter. Daardoor konden we sales, met inachtneming van de coronamaatregelen, vanuit kantoor laten werken. Dat is ook goed voor het teamgevoel. De stafmedewerkers laten we zoveel mogelijk thuiswerken.”

Hoe ervaar je het werken in de lockdown persoonlijk?
“Ik zie ook positieve kanten. Het geeft ook rust. De verplichte social events – waarvan veel eigenlijk niet zo leuk zijn – vielen wel. En je hoeft niet meer iedereen handen en kussen te geven..
En ik heb jonge kinderen en doordeweeks kon ik zelden met hen eten, dat kan nu wel. Ik kan opeens met mijn dochters naar balletles, of paardrijden. Al die mooie dingen doen. Dat is voor mij heel waardevol.”

Dus je werkte voorheen teveel?
“Waarschijnlijk wel, maar dat is hoe het gaat. Ik ben vijf jaar geleden bij Orion begonnen en toen moest het bedrijf echt uit het slop worden getrokken. We zijn met z’n allen hard aan het werk er iets moois van te maken. Dat doe je niet in veertig uur.”

Ik zie ook positieve kanten aan de coronacrisis. Ik kan opeens met mijn dochters naar balletles, of paardrijden. Dat is voor mij heel waardevol.

Hebben jullie veel leegloop gehad door de coronacrisis?
“Nee, het was in het begin heel even spannend. Maar uiteindelijk kregen wij nog geen 5% van gedetacheerden terug en die waren binnen twee maanden allemaal weer aan de slag.
Wij hebben het geluk dat wij voornamelijk voor grote klanten, multinationals, werken. Die hebben minder last (gehad) van de crisis omdat zij in het hogere technische segment actief zijn, denk aan de semi-conductor industrie of life science. Die bedrijven zijn amper geraakt.”

Geen NOW-regeling voor jullie dus?
“Zeker niet. Dat was meteen al duidelijk. Daar komen wij niet voor in aanmerking en dat hebben wij ook niet nodig.”

Dus jullie zijn niet in de financiële problemen geweest?
“Nee, absoluut niet. Maar wij zijn een groeibedrijf en de coronacrisis heeft die groei wel flink geremd. Wij hadden als omzetdoelstelling voor afgelopen jaar € 30 miljoen. Dat hebben we niet gehaald. We komen uit op een omzet van circa € 26 miljoen, grotendeels door de overname van BAST Techniek (zie kader, red.).
Toen we zagen dat groeien in projecten niet meer ging, zijn we ons gaan focussen op het verhogen van de winstgevendheid. En dat is wel gelukt. We hebben veel aandacht besteed aan zaken aan de achterkant, een nieuw CRM-systeem en een nieuw recruitmentproces. En die omzetdoelstelling van € 30 miljoen gaan we in 2021 wel halen.”

Uit de MarktMonitor van de VvDN blijkt dat de detacheringsbranche sowieso minder hard is geraakt door de coronacrisis dan bijvoorbeeld de uitzendsector. Welke veranderingen hebben jullie in de detacheringsmarkt gezien?
“De markt voor het detacheren van techneuten daalde ongeveer met 10%. Maar zeker het hogere segment (HBO+) bleef redelijk stabiel of is zelfs nog wat gegroeid, bijvoorbeeld life science – denk aan alles rondom vaccins op dit moment. Die business gaat sky high. Dus de coronacrisis biedt ook kansen voor flexbedrijven?”

Welke kansen?
“Je wordt als flexondernemer geforceerd om dingen anders te doen. Er zijn bedrijven die hele mooie dingen doen, maar al tien jaar op dezelfde manier. Die kunnen vastlopen in zo’n crisis, dat zie ik om ons heen ook wel gebeuren. Bedrijven worden gedwongen iets nieuws te bedenken, nieuwe business lines, een andere focus. Dat is goed. De coronacrisis dwingt ondernemers tot innovatie. Never waste a good crisis.”

Wij zijn als detacheerder in de techniek superhard nodig. Er zijn bedrijven die hun producten niet op tijd klaar hebben als wij niet onze mensen leveren.

Wat zijn jouw verwachtingen voor 2021?
“Ik ben heel positief. Ik zie dat onze klanten een stuk minder voorzichtig zijn, veel optimistischer en bereid zijn geld uit te geven.
En ze hebben allemaal behoefte aan technische mensen. Er is voor ons heel veel werk. Als je alleen al kijkt naar de behoefte aan technici in het Zuiden van het land de komende 5 jaar, dan maak ik mij geen zorgen over ons voortbestaan. Er staan bedrijven te springen goede technische mensen, soms wel twintig tot honderd.
”Wij zijn als detacheerder in de techniek superhard nodig. Er zijn bedrijven die hun producten niet op tijd klaar hebben als wij niet onze mensen leveren. Ik zie dus voor ons een heel zonnige toekomst.”

Welk effect heeft de coronacrisis op de flexmarkt? Zal de flexschil in de nabije toekomst kleiner of juist groter worden?
“Er zijn bedrijven die de flexschil willen vergroten om nog flexibeler te zijn in een volgende crisis. Maar ik ken ook klanten die juist de flexschil willen afbouwen, een zelfs van 30 naar 15%, om minder afhankelijk te zijn. En zijn dus ook bedrijven die mensen zelf op contract willen hebben om hen aan zich te binden om hen te kunnen behouden.
Overigens zijn onze consultants standaard ter overname, wij werken volgens de detavast-constructie. Dus het is altijd de intentie dat de engineer ons verlaat voor de klant na verloop van tijd.”

Hoe ga je om met klanten die hun flexschil willen verkleinen?
“Die klant wil niet alleen zijn flexschil verkleinen maar ook het aantal leveranciers verminderen. Daar zie ik kansen. Als Orion kunnen we dan veel meer doen, meerwaarde bieden door niet alleen leverancier te zijn maar meer een partner, die ook adviseert. Dat is ook wat ik voor Orion op de lange termijn voor ogen heb.”

Veel detacheerders zien in het opleiden van hun mensen een belangrijke toegevoegde waarde. Hoe is dat bij Orion?
“Wij zeker ook. We gaan steeds meer mensen opleiden. In een partnership hebben we traineeships opgezet van twee jaar waarbij wij mensen vast in dienst nemen en specifiek opleiden voor die klant in een focusgebied. Die gaan na twee jaar naar die klant als verse krachten met nieuwe kennis. Een voorbeeld is Building Information Modelling (BIM), een nieuwe manier van bouwen voor infra. Bedrijven hebben behoefte aan BIM-engineers, maar die zijn niet te vinden, want er is geen opleiding voor. Wij trainen 20 tot 40 mensen per jaar in klassen van circa acht tot tien mensen tot BIM-engineer in twee jaar tijd. Daarnaast hebben we ook de Orion Academy, waarin wij zowel technische als soft skill-trainingen aanbieden aan onze engineers.”

Het klinkt mooi, niet alleen leverancier zijn, maar meer een partner. Maar hoe ziet zo’n partnerschap er in de praktijk uit?
“Een mooi voorbeeld van partnership is een klant die veel vraag heeft naar test-engineers. Die waren niet voorhanden. Dus hebben wij twintig engineers uit Ierland ingevlogen en gefaciliteerd dat zij hier met de klant een heel programma doorlopen, met carrousels van dagen met interviews. Dat gaat ver, tot en met het laten zien waar je hier boodschappen kunt doen en waar hun kinderen naar school kunnen gaan.
Dan kom je hoog in de lijstjes van klanten die een samenwerking met je willen aangaan. Vooral grotere klanten die met grote vraagstukken zitten kun je goede kandidaten blijven aanbieden, net als andere leveranciers, maar wij willen liever een ander gesprek voeren. Waar ligt de behoefte en welke oplossing kunnen we bieden? Om bedrijven sneller te helpen met betere mensen – want daar gaat het uiteindelijk om.”

 

René Louwers (Orion Engineering)René Louwers, Orion Engineering 2

René Louwers – een van de mede-oprichters van de Vereniging voor Nederlandse detacheerders (VvDN) – heeft ruime ervaring opgedaan in de flexbranche, met name in de technische sector bij Tempo Team en Randstad. Ook heeft Louwers 3,5 jaar bij YER gewerkt. René Louwers is sinds 2016 directeur Orion Engineering, waar hij de detacheerder in de techniek mede heeft opgebouwd tot wat het nu is. Orion Engineering behaalde in 2019 een omzet van 19,9 miljoen euro (Flexmarkt Omzetranglijst Top-100). De detacheerder met het hoofdkantoor in Eindhoven mag toonaangevende namen als ASML, DAF, VDL, Philips, IHC, TNO en Océ tot haar klantenkring rekenen. Vorig jaar heeft Orion ingenieursbureau BAST Techniek in Utrecht overgenomen. Het streven is om in 2021 te groeien naar een omzet van 30 miljoen euro. In 2025 wil Orion Engineering tot de top-3 van de technische detacheringsmarkt van Nederland behoren, zowel in kwaliteit en grootte.

 

Lees ook:

Over Auteur

Reageer