‘Flexkracht slachtoffer van ongelijkheid uitzenden en zzp’

1

Nieuwe regelgeving voor de uitzendsector zorgt voor een oneerlijk speelveld en maakt het onzekere zzp-bestaan aantrekkelijker. ‘Slachtoffer van deze ongelijkheid zullen de flexkrachten zelf zijn’, stelt Rika Coppens, CEO House of HR, die daarom pleit voor het onmiddellijk gelijktrekken van de regelgeving.

‘Afgelopen zomer presenteerde Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, haar Kamerbrief over Hoofdlijnen Arbeidsmarkt. In de ogen van de minister is de arbeidsmarkt toe aan ‘fundamenteel onderhoud’. Vooral wat zij het ‘ongewenst gebruik van flexibele arbeidscontracten’ noemt, is Van Gennip een doorn in het oog. Volgens haar zitten te veel werkenden te lang in de flexibele schil en worden flexibele arbeidsrelaties te vaak gebruikt om te concurreren op arbeidsvoorwaarden. Nieuwe wet- en regelgeving zou daarin verandering moeten brengen.

Lees ook: Dit zijn de politieke plannen voor de flexmarkt

Inmiddels is duidelijk hoe het kabinet de gewenste verandering wil gaan vormgeven. Zo wordt de duur van uitzendcontracten verkort van 5,5 jaar naar 3 jaar; daarna heeft de uitzendkracht recht op een vast contract. Ook wordt de mogelijkheid tot opeenvolgende tijdelijke contracten (de zogenoemde draaideurconstructie) een halt toegeroepen door de pauze in de keten te schrappen. Oproepcontracten worden vervangen door een basiscontract, zodat er meer werk- en roosterzekerheid komt. En tot slot komt er een verplichte certificering voor de sector, met daarbij de verplichting voor een waarborgsom van 100.000 euro. Dit laatste is dan weer iets wat we als sector kunnen toejuichen, om ervoor te zorgen dat er op een correcte manier en met toepassing van de juiste wet- en regelgeving met mensen wordt omgegaan.

Door deze nieuwe regelgeving wordt spijtig genoeg wel het ‘legitieme’ flexwerk in de toekomst duurder en minder flexibel. Immers, door de inperking van de uitzendduur komt het werknemersrisico meer bij de flexbedrijven te liggen. Ook moeten ze uitzendkrachten sneller een vast contract (fase C) aanbieden. Dit zou op zichzelf nog te rechtvaardigen zijn als er vergelijkbare verzwarende regelgeving zou zijn ingevoerd voor de ‘natuurlijke concurrent’ van de uitzendkracht: de zzp’er. Maar helaas: vooralsnog zijn de plannen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering nog niet doorgevoerd en is de handhaving op schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst uitgesteld vanwege ‘uitvoeringsproblemen’. Daardoor ontstaat er de komende jaren een ongelijk – of wellicht beter: oneerlijk – speelveld in de flexbranche, omdat de fiscale verschillen tussen zzp’ers en uitzendkrachten op de korte termijn alleen maar toenemen.

Slachtoffer van deze ongelijkheid zullen de werkkrachten zelf zijn. Zeker diegenen die in de lagere loonschalen vallen, de meest kwetsbaren dus. Bedrijven zullen in toenemende mate zzp’ers gaan inhuren in plaats van uitzendkrachten omdat dit ‘goedkoper’ is en meer flexibiliteit gaat bieden voor werkgevers. Veel uitzendkrachten zullen daardoor, in combinatie met de hoge inflatie en het koopkrachtverlies, logischerwijs de overstap maken naar het zzp-schap. Veel van deze uitzendkrachten zijn zich er niet van bewust dat werken als zzp’er ook juist kan zorgen voor meer onzekerheid en minder sociale bescherming.

Flexibiliteit moet er zijn in de arbeidsmarkt. Dit is ook de vraag van werkgevers en in toenemende mate, zeker na Corona, ook van werknemers. Waarom zouden we die flexibiliteit dan niet ook organiseren via de streng gereguleerde uitzendbranche? Door het oneerlijke speelveld worden flexbedrijven die goed werkgeverschap hoog in het vaandel hebben staan, en die wel sociale vangnetten en bescherming bieden, teruggefloten. Zij bieden uitzendkrachten de zo gewenste flexibiliteit, maar mét sociale zekerheid.

Door regelgeving niet gelijktijdig in te voeren voor uitzendkrachten en zzp’ers wordt het zzp-schap dus bevoordeeld, wat ervoor zorgt dat de uitzendsector meer en meer onder druk komt te staan. Een branche waar toch al alle seinen op rood staan door de tekorten op de arbeidsmarkt, stijgende ‘costs-per-hire’ en de financiële nasleep van de coronacrisis. Dit is ronduit gevaarlijk, omdat onze economie niet kan zonder goed functionerende uitzendbranche die bedrijven in staat stelt in te spelen op ‘ziek & piek’ en mee te ademen met de marktontwikkelingen. Ook voor werknemers is flexibiliteit meer en meer een must. Mensen willen werken wanneer het hen uitkomt en niet enkel wanneer de werkgever erom vraagt.

De signalen van de overheid zijn zeer tegenstrijdig: er wordt gepleit voor minder flex en meer vast, onder andere door minder zzp’ers en voor de zzp’ers die er wel zijn moet een groter sociaal vangnet komen. Anderzijds wordt werken als zzp’er door het niet gelijktijdig invoeren van regelgeving aantrekkelijker gemaakt dan uitzendwerk voor de werkkracht zelf. Laat het duidelijk zijn, als House of HR zijn we niet tegen zzp als dusdanig. Mensen moeten de kans hebben om vanuit eigen ondernemerschap aan de slag te gaan. Maar er mag dan geen verschil zijn in sociaal vangnet en het nettoloon moet dan ook vergelijkbaar zijn voor zowel uitzendcontract, vast contract als zzp.

En beste overheid, het sociale vangnet voor flexwerkers bestaat al: namelijk in de vorm van uitzendarbeid. House of HR pleit dan ook voor het onmiddellijk gelijktrekken van de regelgeving, zodat zowel bedrijven als werkzoekenden een weloverwogen keuze tussen uitzenden of freelancen kunnen maken en we de zwakste werkkrachten kunnen beschermen met de nodige sociale zekerheid.’

Dit is een bijdrage van Rika Coppens, CEO House of HR.


Toevoeging van de redactie:
In een interview dat vorige week is gepubliceerd op de site van de ABU onderkent minister Karien van Gennip (SZW) het risico van een waterbedeffect door zzp-wetgeving later in te voeren dan wetgeving voor uitzenden. De minister stelt dat ‘het streven is dat er maximaal een jaar tussen de invoering van beide soorten wetgeving zit.’

Lees ook: ‘Er zal altijd flex zijn, maar misschien niet meer zoveel als nu’

 

Over Auteur

1 reactie

Reageer